De stijgende spaarrente is niet alleen goed nieuws voor de spaarders. Ook de fiscus doet daar profijt mee. Als de rente klimt, worden de spaaropbrengsten sneller belast. Hoe komt dat?
De fiscus profiteert mee van de stijgende spaarrente

Waarom is dit belangrijk?
Wanneer je je geld parkeert op een gereglementeerd spaarboekje, moet je op de eerste 980 euro aan interesten geen belastingen betalen. Zodra je spaargeld meer rendeert, ben je de fiscus op alles boven dat plafondbedrag een roerende voorheffing van 15 procent verschuldigd. Dat is een gunsttarief, want normaal wordt er gewerkt met een belastingvoet van 30 procent.Context: Tijdens de laatste jaren van het soepele geldbeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) moest je bij het merendeel van de spaarboekjes tevreden zijn met een rente van 0,11 procent, het absolute minimum in ons land voor gereglementeerde rekeningen.
- Intussen heeft de monetaire instelling het geweer van schouder veranderd en is de depositorente – de vergoeding die de banken krijgen op het geld dat ze stallen bij de centrale bank – gestegen tot 4 procent, een recordniveau.
- Door de renteverhogingen van de ECB brengen sommige banken, waaronder ING, Santander Consumer Bank en Beobank, spaarboekjes met een rente van 3 procent of meer aan de man.
- Opgelet: lees de kleine lettertjes. Veel van die lucratievere formules komen met spaarvoorwaarden of beperkingen, zoals maandelijkse spaarlimieten.
Meer inkomsten voor de fiscus
Opgemerkt: Vanzelfsprekend zijn de lucratievere spaarformules goed nieuws voor de Belgen, maar ook de fiscus wrijft zich in de handen. Als de spaarrente stijgt, wordt de grens van de fiscale vrijstelling sneller overschreden.
- Toen het merendeel van de spaarboekjes gepaard ging met een rente van 0,11 procent, moest je pas belastingen betalen zodra er meer dan 890.909 euro op je rekening stond.
- Wanneer je je geld parkeert op een rekening met een spaarvergoeding van 3 procent, int de fiscus een deel van de opbrengsten zodra je meer dan 32.666 euro bijeen hebt gespaard. Op alles boven die grens moet je dus 15 procent belastingen betalen.
Maar: De fiscale vrijstelling geldt per persoon. Wanneer de spaarrekening op naam van twee personen staat, wordt de vrijstelling opgetrokken tot 1.960 euro.
- De vrijstelling geldt niet per bank. Wanneer je meerdere spaarboekjes hebt, moet je zelf nagaan of de spaaropbrengsten hoger liggen dan 980 euro (per persoon). Je moet dan de inkomsten van al jouw spaarrekeningen samen optellen in de belastingaangifte.
- Indien je het plafond overschrijdt bij dezelfde bank, wordt de roerende voorheffing automatisch ingehouden. Die belasting is dan “bevrijdend.”
Indexering fiscale vrijstelling
Ook dit nog: De voorbije vier jaar werd het plafondbedrag van de fiscale vrijstelling niet geïndexeerd. Daar komt volgend jaar verandering in. De fiscale vrijstelling zal naar verwachting stijgen tot 1.020 euro.
- Dankzij die indexering kan je iets meer geld op een spaarboekje parkeren zonder dat de opbrengsten belast worden. Voor spaarboekje met een rente van 3 procent zou dat betekenen dat de fiscale vrijstelling zou stijgen van 32.666 euro naar 34.000 euro.
30 procent roerende voorheffing
Uitzondering: Voor de niet-gereglementeerde rekeningen, zoals de Saver Account van Izola Bank, geldt er een andere regeling.
- Op die spaarboekjes moet je een roerende voorheffing van 30 procent betalen op al je spaaropbrengsten.
- Wie spaart via de spaarrekening van Izola Bank ontvangt een rente van 2,25 procent bruto. Na betaling van de roerende voorheffing hou je 1,57 procent over.
- Indien je 100.000 euro op dat spaarboekje parkeert, ontvang je bruto 2.250 euro. Daarvan moet 680 euro doorstorten naar de staatskas. Netto blijft er 1.570 euro over.
- Ga na of je bank die belasting inhoudt. Indien dat niet het geval is, moet je de voorheffing zelf aangeven via de jaarlijkse belastingaangifte.
(cv)