De discussie over de lonen is terug van weggeweest

De discussie over de lonen is terug van weggeweest
PS-voorzitter Paul Magnette en VBO-baas Pieter Timmermans – Getty Images

Het waren cijfers van de Nationale Bank, die bij de PS tot zeer zure oprispingen leidden: “Die cijfers tonen aan dat de marges bij de bedrijven stijgen tot 45,2 procent, in het tweede trimester van 2022. Dan is het toch moeilijk vol te houden, met dergelijke historische winstmarges, om te blijven beweren dat er geen ruimte is voor hogere lonen van de werknemers”, zo reageerde PS-vicepremier en minister van Werk Pierre-Yves Dermagne gisteren.

Meteen opende die zo de doos van Pandora: de loonsonderhandelingen. Volgend jaar moet er een nieuw groot loonakkoord, of IPA gesloten worden. Maar dat levert al twee jaar spanning op. Want de loonnormwet, ofwel de wet van ’96 die Jean-Luc Dehaene (cd&v) ooit installeerde, zet die lonen in een strakke dwangbuis: er komen geen stijgingen, als die wet gevolgd wordt, dat staat nu al vast.

Alles draait daarbij rond de inflatie en de automatische index: dat mechanisme zorgt ervoor dat België, als één van de weinige landen in Europa, de lonen laat meestijgen met de geldontwaarding. Maar de loonnormwet kijkt net naar de buurlanden, om te zien of er, in vergelijking met de lonen daar, ruimte is om ze in België te laten stijgen. Die wet werd door de vorige centrumrechtse regering van Michel I nog aangescherpt, tot woede van de vakbonden.

En de realiteit is dat werknemers in Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk slechter af zijn, door de hoge inflatie: de reële koopkracht in al die landen daalt voor werknemers, omdat de lonen er niet zo snel stijgen als de geldontwaarding. Dat betekent dat voor 2023, wanneer er nieuwe onderhandelingen zijn tussen werkgevers en werknemers, er geen marge is.

Binnen Vivaldi is er een soort stilzwijgende deal: geen aanpassing aan het indexmechanisme, ook al vinden de liberalen dat absurd, als enige land in Europa, in ruil voor geen aanpassing van de loonnormwet, die de socialisten dan weer absurd vinden.

Maar aan de linkerkant hijgt de PVDA in de nek van de PS. Gisteren haalde Peter Mertens (PVDA) naar aanleiding van de cijfers van de Nationale Bank nog eens keihard uit: “De grote bedrijven rekenen de kostenstijgingen gewoon door en zien de brutomarges verder stijgen. De kleine zelfstandigen en de gezinnen zijn de grote verliezer van deze crisis.”

Ondertussen reageert VBO-topman Pieter Timmermans, namens de werkgevers. Hij wijst erop dat het wel eens een heel ander verhaal zal zijn, eens naar de netto marges van bedrijven gekeken wordt, en vooral “naar de vooruitzichten van de komende kwartalen”. “Benieuwd of er dan ook een tweet zal komen over de uit de hand lopende concurrentiepositie?

Dat de PS het dossier blijft opstoken, is slecht nieuws voor De Croo. Die wees er bij zijn State of the Union fijntjes op dat “iedereen had voorspeld dat we op dit dossier zouden struikelen”, maar dat zijn regering toch maar netjes overeind blijft op dat vlak. Vraag is of dat kan blijven gelden, ook voor de PS-achterban, als de bedrijven die historisch hoge winsten blijven aanhouden. Bij de PS-top mikt men vooral op een aanpassing van de loonnormwet: die terugdraaien, zoals ze was voor de aanpassingen in de Zweedse regering, zou al een grote overwinning kunnen betekenen.

Hoe dan ook is de druk er wel voor de PS: de vakbonden betogen op 9 november, op die dag willen ze een algemene staking. Als Paul Magnette (PS) beslist daar ook mee te lopen, net als op de klimaatbetogingen, wordt het wel erg lastig om uit te leggen wat ze tegelijk ook in de regering zitten te doen. 

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.