Het bruto binnenlandse product van China kent momenteel een groei van ongeveer 6,5 procent. Aangezien aan de rest van de wereld een economische groei van 3 procent kan worden gekoppeld, zou China tegen eind volgend decennium – over amper elf jaar – een kwart van de wereldeconomie voor zijn rekening nemen. Dat schrijft de Amerikaanse econoom Noah Smith in een column voor het persbureau Bloomberg.
Het is volgens hem echter onwaarschijnlijk dat China zijn huidige economische groei verder zal kunnen blijven handhaven. Een uiteindelijke Chinese economische overheersing van de wereld lijkt volgens Smith dan ook onwaarschijnlijk.
Vertraging
Indien China zijn economische groei van de voorbije periode ook in de toekomst zou verderzetten, moet ermee rekening worden gehouden dat het land tegen het midden van deze eeuw 40 procent van de wereldwijde economie zou vertegenwoordigen. Nog eens ruim tien jaar zou het land een grotere economische activiteit hebben dan de rest van de wereld gezamenlijk zou produceren.
Daarentegen moet worden vastgesteld dat de Verenigde Staten nooit een aandeel van 40 procent in de wereldeconomie hebben gehad. De voorbije eeuw bedroeg het Amerikaans aandeel in de wereldeconomie meestal minder dan 25 procent.
Er kan dan ook niet anders gezegd worden dan dat China nagenoeg met een absolute zekerheid economisch belangrijker zal worden dan de Verenigde Staten tijdens de voorbije eeuw ooit zijn geweest. Noah Smith wijst er echter op dat het bijzonder moeilijk is om gedurende vier decennia op rij een groei van 6,5 procent te kunnen vasthouden.
Daarbij wijst de econoom erop dat China begin dit decennium nog een groei met bijna 10 procent kon voorleggen. Dat niveau was de twee voorgaande decennia zelfs een aantal keer overschreden. “Er zijn tekenen die erop zouden kunnen wijzen dat een verdere vertraging mag worden verwacht,” aldus de econoom.
Barrières
“Ondanks de grote aandacht die wordt geschonken aan de opmerkelijke vooruitgang die China in allerlei sectoren kan laten optekenen, moet worden vastgesteld dat het land tegen een aantal fundamentele barrières botst,” benadrukt Smith.
“Grote uitdagingen zijn onder meer dreigende tekorten aan voedsel, grondstoffen en huisvesting, maar ook zou een grotere druk op de politieke eenheid kunnen worden verwacht. Signalen van een aantal problemen kunnen nu al worden opgemerkt. Het reproductieniveau van de Chinese bevolking blijkt onvoldoende om de populatie verder te laten groeien. Daardoor is echter ook de Chinese arbeidsmarkt beginnen te krimpen.”
Zes jaar geleden al moest worden vastgesteld dat de omvang van de Chinese bevolking tussen vijftien en zestig jaar begon terug te vallen. Volgens sommige voorspellingen moet tegen het midden van deze eeuw verwacht worden dat de Chinese arbeidsbevolking met nagenoeg een kwart zal zijn ingekrompen.
“China zal daarbij ook met snelle veroudering van de bevolking geconfronteerd worden,” benadrukt de econoom. “Daardoor zullen minder arbeidskrachten beschikbaar zijn om een groter aantal gepensioneerden te ondersteunen. Bovendien moet er ook rekening mee worden gehouden dat een oudere arbeidsbevolking ook minder productief is.”
“Dat alles leidt tot een tragere groei, zoals ook andere landen – waaronder Japan – eerder al hebben moeten ervaren,” aldus Smith. “Er moet daarbovenop ook nog rekening gehouden worden met het feit dat het land niet langer zal kunnen profiteren van de stimulansen die uitgaan van de verdere verstedelijking, die stilaan begint te vertragen.”
Overheersing
Verder is er ook nog een belangrijke energieprobleem. De Chinese energiesector leunt nog sterk op steenkool, maar de jongste vijf jaar werd een duidelijke daling geregistreerd. Door zonnekracht en energie-efficiënte zal wellicht kunnen vermeden worden dat een tekort aan steenkool de nationale economie tot stilstand brengt, maar dat zal tijd en geld kosten.
Daar houden de uitdagingen van de Chinese economie echter niet op. “De Chinese bedrijven hebben steeds gesteund op een stroom van goedkoop kapitaal van staatsbanken, maar dat debiet zou door een slechte toewijzing van middelen gedeeltelijk kunnen opdrogen,” betoogt de econoom.
“Het gebrek aan vrijheid en de hoge graad aan controle, zou getalenteerde mensen kunnen wegdrijven of beletten dat hun volledig potentieel zou worden benut. Ook de afhankelijkheid van voedselinvoer zal een probleem blijven. Het land zal bovendien niet eindeloos in staat zijn om zijn innoverende economie op peil te houden met het dupliceren van buitenlandse technologieën.”
“China zal waarschijnlijk het economisch meest belangrijke land uit de moderne geschiedenis worden, maar een combinatie van hindernissen zal waarschijnlijk beletten dat er voor een Chinese economische overheersing van de wereld zal moeten worden gevreesd,” aldus nog Noah Smith.