China is bliksemsnel aan het veranderen. De innoverende techsector van het land wordt gekortwiekt en de grenzen blijven voorlopig muurdicht. Ondertussen werkt Xi Jinping aan een meesterplan om de Chinese maatschappij te doen evolueren naar “gezamenlijke welvaart”. Dat is allemaal onderdeel van het gedachtegoed van “Xi Jinping Thought”. Toch komt die ideologie niet exclusief uit de hersenpan van Xi. Er is een man in China die al decennia functioneert als de topideoloog van de Communistische Partij en de toekomst van het land mee boetseert.
Die man is Wang Huning. Politiek journalist Niccolo Soldo noemt hem “de Richelieu van China”. Het is een verwijzing naar de geslepen Franse kardinaal die tijdens het bewind van Lodewijk XIII aan verschillende belangrijke bestuurlijke touwtjes trok.
Soldo schrijft in een nieuwsbrief een korte biografie van de man. Wang is een van de zeven leden van het Politbureau van de Communistische Partij, dat functioneert als het centrale comité van de partij. Daar staat hij bekend als de man die met de grote ideeën op de proppen komt. Hij is de ideologische theoreticus achter alle grote projecten van Xi’s heerschappij, waaronder de anticorruptiecampagne, die Xi zoveel aanzien gaf, de “China Dream” en zelfs het Belt and Road Initiative. Dat laatste is een kolossaal globaal bouwproject dat China en zijn bondgenoten economisch op de kaart moet zetten.
De Machiavelli van China
“Kijk naar foto’s van Xi op eender welke belangrijke reis, of op belangrijke meetings, en er is een grote kans dat je Wang zal opmerken. Nooit ver verwijderd van de zijde van zijn leider”, schrijft Soldo.
Wang wordt door zijn curriculum vitae vaak vergeleken met zwaargewichten in de Chinese geschiedenis, zoals Han Fei, een geleerde tijdens de Periode van de Strijdende Staten. Fei wordt vaak omschreven als China’s Machiavelli, een titel die ook Wang niet zou misstaan.
Wang slaagde er namelijk in om de belangrijkste filosoof in het entourage van niet één maar drie verschillende Chinese leiders te zijn. Zo was hij ook de bedenker van Jiang Zemin’s “Three Represents”-beleid en Hu Jintao’s “Harmonious Society”-idee, allemaal pijlers van de moderne Chinese politiek.

De “software” en “hardware” van een maatschappij
In 1988 publiceerde Wang een opmerkelijk essay. In “De structuur van China’s veranderende politieke cultuur” schreef hij dat de Communistische Partij moet overwegen dat de “software” van een maatschappij (cultuur, waarden, normen) even belangrijk is als de “hardware” (economie, instituten). De tekst ontketende een ideologische omwenteling binnen het voordien strakke orthodoxe keurslijf van het Chinese Marxisme.
Wang zag het China van Deng Xiaoping, dat zich opende voor en deelnam aan de wereldeconomie, als een land dat zich ging ontwikkelen van een “productie-economie” tot een “consumptie-economie”. China zou daardoor zijn spiritualiteit verliezen en een “materieelgeoriënteerde cultuur” worden. De shift van collectivisme naar individualisme stond Wang ook helemaal niet aan.
Tegelijkertijd had Wang ook kritiek op de moderne aanpak van de Communistische Partij. Het socialisme “met Chinese karakteristieken” zou China ontvreemden van duidelijke culturele richtlijnen. “Er zijn geen kernwaarden in de recente structuur van China. Dit kan enkel de maatschappelijke en politieke cohesie ontwrichten”, waarschuwde Wang ooit.
Afkeer voor de Verenigde Staten
Wang creëert zijn ideologie vanuit persoonlijke observaties. In 1991 bracht hij een boek uit genaamd ‘America Against America’, waarin hij zijn bezoek aan de VS beschreef. Wang walgde van de kampen vol daklozen in Washington D.C., de drugscriminaliteit in de achterbuurten van New York en San Francisco en de megabedrijven die de verantwoordelijkheden van de overheid overnemen.
Zijn conclusie was dat de VS te maken heeft met een “onstuitbare onderstroom van crises”, die wordt voortgebracht door verschillende tegenstellingen in de maatschappij. Zo is er de breuk tussen arm en rijk, wit en zwart, democratie en oligarchische trekjes en culturele tradities en de vloeibare moderniteit.
“We moeten kernwaarden creëren. We moeten de flexibiliteit van China’s traditionele waarden combineren met zijn moderne geest”, besloot Wang.
Twee supermachten strijden om het dominante paradigma
Volgens Wang stevenen consumptiemaatschappijen af op een instorting van de vruchtbaarheid van de bevolking en een centrale plaats van het individu, allemaal ten nadele van de natie. Daardoor wordt de soevereiniteit van de staat onvermijdelijk aangetast, zo redeneert hij.
President Xi is volledig overtuigd door de uiteenzetting van Wang en is daardoor sinds Covid-19 in actie geschoten om “de geest van China te redden”. Soldo schrijft dat een oude vriend van Xi zegt dat de Chinese president, net zoals Wang, een afkeer heeft ontwikkeld voor de commercialisatie van de Chinese maatschappij. De nouveaux riches van het land en de corruptie onder lokale overheden zouden het land aansturen op een verlies van waarden en zelfrespect en de introductie van het “morele kwaad” (lees prostitutie en drugs).
Volgens Soldo is Wang er in geslaagd om Xi volledig te overtuigen om drastische acties te ondernemen die deze existentiële gevaren voor de Chinese maatschappij aanpakken. Dat zou de reden zijn waarom China recent zo hard optreedt tegen haar meest succesvolle economische sectoren.
Deze politieke campagne is de belichaming van de overwinning en terreur die Wang Huning al meer dan dertig jaar verkondigt in zijn werken. De wereld bevindt zich nu in een situatie waar twee supermachten strijden om het dominantie paradigma van hoe een maatschappij eruit moet zien. Wie zal tegen het einde van de eeuw de overwinnaar zijn?
(kg)