De Duitse BfV, de binnenlandse veiligheidsdienst, is twee medewerkers van het Duitse ministerie voor Economie en Klimaat aan het onderzoeken. Het duo wordt ervan verdacht voor Rusland te spioneren en het Duitse economische en energiebeleid zodanig te sturen dat Rusland er niet al te slecht van afkwam. Dat blijkt uit onderzoek van het weekblad Die Zeit.

Het onderzoek leert dat de twee hooggeplaatste functies bekleden binnen het Duitse ministerie van Economie en Klimaat, waar Robert Habeck de plak zwaait.

Lekken aan veiligheidsdienst

De BfV, de Bundesamt für Verfassungsschutz of Federale dienst voor de bescherming van de grondwet, werd in de lente gecontacteerd door medewerkers van Habeck’s kabinet. Die hadden onregelmatigheden teruggevonden in de papierwinkel, meer bepaald in de dossiers rond de gaspijplijn Nord Stream 2 en het vullen van de gasvoorraad.

In de documenten werd vaak geduid op het Russische standpunt, waarbij de redeneringen haaks stonden op de Duitse regeringslijn. De BfV startte een onderzoek naar de twee medewerkers, maar zonder veel resultaten. De dienst heeft de opdracht om bewijs te verzamelen als dat voor handen is, maar zag geen aanduidingen dat het verder op onderzoek moest.

Bedanken voor bewezen diensten

De beslissing over wat nu gebeurt met het duo is aan minister Habeck zelf. De kans lijkt echter groot dat de betrokkenen worden bedankt voor bewezen diensten. Door de BfV over de zaak in te lichten, gaat het niet langer om een interne kwestie: de medewerkers die lekten geven zo aan dat het gedrag van het verdachte duo wel eens een invloed kan hebben op het nationale beleid.

Het feit dat andere medewerkers van het kabinet van Habeck zelf naar de binnenlandse veiligheidsdienst stapten, toont aan dat er een serieuze haar in de boter zit bij de administratie van de minister. Ook de regering zal koste wat kost willen vermijden dat net nu Rusland een invloed kan uitoefenen op het Duitse energiebeleid. Tenslotte is er nog de oppositie. Hoe dan ook zal die parlementaire vragen willen stellen aan de minister, om de zaak op te klaren.

(mah)