Crash Super League: dit zijn de drie grootste verliezers

Na de complete implosie van het miljardenproject rond de Super League, meten de eigenaars van de 12 clubs die zich geëngageerd hadden, de financiële en de reputatieschade op.

De Super League was in essentie een alliantie tussen de Amerikaanse eigenaars van sommige Europese topclubs, waaronder Manchester United, Liverpool en Arsenal, en traditieclubs als Real Madrid en Juventus. De Amerikanen wilden een gesloten competitie met vaste deelnemers introduceren in het Europese topvoetbal, naar het model van de NFL (American football) of de NBA (basketbal). Maar dat niet-competitieve element leidde tot enorme weerstand, onder meer verwoord door Rode Duivel Kevin De Bruyne.

Het zat eigenlijk al bij de lancering zondagavond niet goed, omdat de twee finalisten van de vorige Champions League, PSG en Bayern München, niet meededen, in tegenstelling tot de algemene verwachting. Hoe kon de Super League haar Europese ambities waarmaken zonder Franse en Duitse clubs?

Toen de ‘Big Six’ van Engeland (Manchester City, Man United, Liverpool, Chelsea, Tottenham en Arsenal) zich dinsdagavond een na een terugtrokken, was het project al na amper twee dagen gedoemd om te mislukken. Naast de juridische en financiële gevolgen komt het fiasco ongetwijfeld als een vernedering aan bij de drie grootste gangmakers.

Andrea Agnelli (Juventus Turijn)

Na de lancering van de Super League schoot de beurskoers van Juventus Turijn met 10 procent omhoog. Maar de koerswinst verdampte weer toen duidelijk werd dat het project een snelle dood zou sterven. Voorzitter Andrea Agnelli, die samen met zijn neef John Elkann het machtige Agnelli-imperium runt, heeft dus een en ander uit te leggen aan de aandeelhouders van de club.

Veel meer dan de twee Milanese clubs (AC Milan en Inter) was Juventus de grote gangmaker van het project in Italië. Agnelli zou een van de twee vicevoorzitters worden van de Super League en bleef ook na het vertrek van de ‘Big Six’ het project verdedigen. Hij zei tegen het persbureau Reuters ‘nog altijd overtuigd te zijn van de schoonheid van het project.’ En nog: ‘We zouden de beste competitie in de wereld hebben gecreëerd.’

Joel Glazer (Manchester United)

In eigen land is de Amerikaanse sportbusinessfamilie Glazer vooral bekend als eigenaar van de Tampay Bay Buccaneers, de winnaars van de Super Bowl. Maar in Engeland gaan ze vooral over de tongen als de weinig populaire eigenaars van Manchester United. De Glazers kennen het financiële model van de NFL als hun broekzak en wilden dat overzetten naar het Europese clubvoetbal. Maar de basis steigerde, met de intussen legendarische uithaal van clublegende Gary Neville als een van de eerste protesten.

De poging om een Super League op te richten zal Joel Glazer, de feitelijke baas, nog minder populair maken bij de fans, die erop wijzen dat het intussen al van 2012-13 geleden is dat Manchester United nog eens Engels kampioen werd. Joel Glazer ging naast Agnelli de tweede vicevoorzitter worden van de Super League. Een eerste kop is al gerold bij Man U, al beweert de club dat het losstaat van de Super League: de operationele topman Ed Woodward kondigde dinsdagavond zijn vertrek aan.

Florentino Perez (Real Madrid)

In Spanje werd het Super League-project gedragen door bouwondernemer Florentino Perez, de wat eigengereide voorzitter van Real Madrid. Hij is de eerste – en mogelijk laatste – voorzitter van de Super League.

Voor de recent herverkozen preses van Real Madrid moesten de geldstromen van de Super League, waarbij de Amerikaanse bank JP Morgan bereid was ruim 200 miljoen euro per deelnemende club voor te schieten, de clubfinanciën op orde brengen. Dat gaat nu niet door. Perez zal voor zijn ambitieuze plannen, waaronder de renovatie van het Santiago Bernabeustadion, en het aantrekken van toptargets Kylian Mbappé of Erling Haaland, de financiële rekeningen helemaal opnieuw moeten maken.

Meer