Van maart tot mei bedroegen de kosten van de coronacrisis aan onze gezondheidszorg meer dan 512 miljoen euro. Dat schrijft de krant De Standaard op basis van een raming van het Riziv.

Waarover gaat het? Het Riziv, voluit het Belgische Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, becijferde de kosten van de eerste coronagolf. De overheidsdienst maakte die raming met behulp van de terugbetalingen voor de ziekenhuisopnames en de medicatie die gebruikt werd.

Een overzicht van de kosten?

• Speciale maatregelen in de ziekenhuizen zoals beschermingsmateriaal aankopen en triagecentra opzetten
  • Materialen voor zorgverleners: 168 miljoen euro
  • Aanpassingen in de basisverstrekkingen van de verpleegkundigen: 9 miljoen euro
  • Terugbetaling van de tests: 42 miljoen euro
  • Kosten voor triage- en afnamecentra: 32 miljoen euro
  • Verhoogd zuurstofgebruik: 1,5 miljoen euro

• Ziekenhuiskosten gelinkt aan het coronavirus: 151 miljoen euro
  • Om dit bedrag te bekomen, ging het Riziv uit van 17.500 ziekenhuisopnames. Daarbij was de veronderstelling dat een coronapatiënt twee weken op intensieve zorg en tien dagen op een gewone afdeling verbleef.

• Telefonische consultaties: 77 miljoen euro
  • Gedurende de lockdown mochten dokters hun patiënten vanop afstand helpen, voor een vergoeding van 20 euro per telefoontje. De voorlopige cijfers wijzen erop dat artsen in totaal ruim 3,7 miljoen teleconsultaties hielden.

Daarnaast maakte het Riziv nog eens 1,5 miljard euro aan voorschotten vrij voor de ziekenhuizen. ‘Die dienden onder meer voor de aanpassingswerken aan hun gebouwen. Daar komt in september nog eens 500 miljoen bij’, zegt Johan Peetermans van de overheidsdienst. Tellen we dit erbij, dan lopen de totale kosten al snel in de miljarden. Ter vergelijking: de totale gezondheidszorg werkt dit jaar met een budget van 27,6 miljard euro.

Maar? Er waren ook enkele tijdelijke besparingen. Omdat de niet-dringende zorg op pauze gezet werd, staan er minder terugbetalingen in andere sectoren te wachten. In april leverden tandartsen en oogartsen elk ongeveer 93 procent minder prestaties. Bij kinesisten en logopedisten gaat het om respectievelijk 78,8 procent en 76,6 procent. Goed voor 328 miljoen euro. ‘Maar dat zijn behandelingen die natuurlijk niet volledig zullen wegvallen.’