China heeft in de economische cyclus een fase voorsprong op de rest van de wereld. Dat blijkt uit het jongste conjunctuurrapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso).

De nieuwe Oeso-cijfers bevestigen hoe uitzonderlijk de economische krimp was in het tweede kwartaal:

• Voor alle G20-landen (de Europese Unie plus 19 andere grote economieën) gaat het om een terugval met 6,9 procent tegenover een kwartaal eerder. Daarmee is de impact van corona ruim vier keer groter dan die van de bankencrisis, die in het eerste kwartaal van 2009 tot een krimp met 1,6 procent leidde tegenover een kwartaal eerder.
• Maak je de vergelijking met een jaar eerder, dan is de terugval nog groter: het opgetelde BBP van de G20-landen lag in het tweede kwartaal van 2020 ongeveer 9,1 procent lager dan in hetzelfde kwartaal in 2019.

Er is evenwel één grote uitzondering: China. Terwijl de rest van de wereld in een zware crisis verzeilde, maakte de Chinese economie in het tweede kwartaal een flinke comeback.

• De groei tegenover het eerste kwartaal kwam uit op 11,5 procent, wat ongeveer even groot is als de krimp in de overige G20-landen (-11,8 procent).
• China, waar het coronavirus wellicht ontstond, had als eerste land te kampen met de epidemie en haar economische gevolgen: het Chinese bbp viel in het eerste kwartaal met 10 procent terug en de industrie kromp er voor het eerst in dertig jaar. Daarmee was China in het eerste kwartaal nog de rode lantaarn van de G20-landen.
• Maar de Aziatische reus lijkt als een van de eerste landen het virus onder controle te hebben en heeft nu een economische voorsprong van minstens 1 kwartaal op de westerse wereld, dankzij de heropleving in het tweede kwartaal.
• De Chinese economische activiteit is niet alleen genormaliseerd tegenover begin dit jaar, maar groeit ook weer in vergelijking met 2019. De Oeso bevestigt dat de Chinese economie in het tweede kwartaal met 3,2 procent gegroeid is tegenover een jaar eerder. Ter vergelijking: de economie van India krimpt over dezelfde periode met ruim 23 procent.