Volgens gegevens van Statista domineert China de productie van antibiotica. Dreigt de EU afhankelijk te worden van buitenlandse spelers voor deze geneesmiddelen?
China neemt het grootste deel van de export van antibiotica voor zijn rekening. Zeker 42,4 procent van die geneesmiddelen komt uit China. De rest van de top vijf, respectievelijk Italië (10%), India (8,8%), Zwitserland (8,4%) en de VS (5,5%) loopt stevig achter. Dat kon datajournalist Martin Armstrong van Statista achterhalen op basis van statistieken van het International Trade Center (ITC).
België doet het overigens niet slecht op de zesde plaats, die het land deelt met Spanje. De Belgische en Spaanse bedrijven leveren elk zeker 3,5 procent van de alle antibiotica ter wereld. De rest van de lijst wordt aangevoerd door Denemarken (2,3%), Singapore (2,3%) en Zuid-Korea (2,1%). De overige 11,4 procent van de antibioticahandel wordt verzorgd door diverse andere landen.
Ook afhankelijk voor cortison
Experten waarschuwen al jarenlang dat de EU te afhankelijk kan worden van bepaalde buitenlandse leveranciers, weet Statista. Vooral China en India worden met argusogen in de gaten gehouden.
Die afhankelijkheid zou zich bovendien niet enkel beperken tot de invoer van antibiotica, maar ook voor verschillende andere geneesmiddelen. Zo zou ook de productie van het natuurlijk steroïdhormoon cortison vooral in het buitenland doorgaan.
Een groter probleem loert om de hoek
Er is echter een groter probleem dat opdoemt en ook steeds erger dreigt te worden. Steeds meer bacteriën vertonen resistentie aan veel voorkomende vormen van antibiotica. Daardoor is er meer nood aan geneesmiddelen die een bescherming bieden tegen specifieke ziektekiemen.
Het onderzoek naar deze geneesmiddelen is riskant en bijzonder duur voor de sector. Dat komt omdat geneesmiddelen die specifiek tegen resistente ziektekiemen werken, niet zomaar gebruikt worden. Ze worden eerder ingezet als “laatste redmiddel” wanneer gevestigde antibiotica geen hulp meer bieden.
(as)