China heeft zijn eerste kernreactor ‘made in China’ opgestart, en snijdt zo de nucleaire navelstreng door met het Westen

China heeft gisteren de eerste kernreactor opgestart die volledig van eigen makelij is. Met de Hualong One wil de Volksrepubliek haar afhankelijkheid van westerse technologie afschudden. 

De reactor werd vrijdag aangesloten op het elektriciteitsnet. Hij heeft een capaciteit van 10 miljard kilowattuur, en zal volgens de ontwikkelaar de CO2-uitstoot van het land jaarlijks met 8,16 miljoen ton verminderen. 

Monopolie doorbroken

In een persbericht kreeg die ontwikkelaar, het nucleaire staatsbedrijf CNNC, een officieel schouderklopje van de overheid. China gaat er prat op dat het met deze prestatie namelijk ‘het monopolie van buitenlandse nucleaire technologie’ doorbroken heeft.

De Chinese kerncentrales waren in 2019 goed voor ‘slechts’ 5 procent van de elektriciteitsbehoefte. Om de zelf opgelegde doelstelling te behalen van koolstofneutraal te worden tegen 2060, wil China inzetten op kernenergie. 

Ongebreidelde staatsteun mondt uit in handelsoorlog

Peking streeft ook de onafhankelijkheid van westerse technologie na in strategische sectoren, zoals de nucleaire. Dat beschreven in het economisch visieplan ‘Made in China 2025’. 

In dat kader pompte de overheid tientallen miljarden renminbi in Chinese bedrijven, wat wrevel opwekte bij de handelspartners van de Aziatische grootmacht. Het is die dynamiek die uiteindelijk uitmondde tot de handelsoorlog met de VS. 

CNNC begon in 2015 aan de bouw van de Hualong One. Het staatsbedrijf laat weten dat er nog zes andere kernreactoren momenteel in de steigers staan, in China en daarbuiten. 

Meer