China blijft de bouw van kolengestookte elektriciteitscentrales door Chinese bedrijven in ontwikkelingslanden ondersteunen. Dat heeft het land dinsdag bekendgemaakt. Volgens Peking zijn er geen alternatieven voor die kolencentrales.
De Chinese president Xi Jinping had in september nog aangekondigd dat zijn land ‘voor 2030’ zou starten met het terugdringen van zijn CO2-emissies, om tegen 2060 CO2-neutraal te zijn. Milieuactivisten hekelen wat een tegenstrijdigheid lijkt: China is, via zijn publieke ondernemingen, ook de grootste investeerder ter wereld in kolencentrales.
Die energievorm is verantwoordelijk voor zowat 40 procent van de CO2-uitstoot wereldwijd. ‘Veel ontwikkelingslanden wekken onvoldoende elektriciteit op. Hoe kan er in die context elektriciteit geproduceerd worden zonder kolencentrales? Is hernieuwbare energie voldoende?’, aldus Li Gao, hoofd van de dienst klimaatverandering bij het Chinese ministerie van Milieu.
Strijd tegen klimaatverandering
‘We kunnen niet eenvoudigweg stoppen met het ondersteunen van ontwikkelingslanden (…). De strijd tegen de klimaatverandering moet mensen ook toelaten om betere leefomstandigheden te krijgen’, zegt Li Gao. China is ’s werelds grootste uitstoter van broeikasgassen, met 29 procent van het totaal. China financiert ook tientallen kolencentrales, van Zimbabwe tot Indonesië, in het kader van ‘Nieuwe Zijderoutes’. Peking wil met dat initiatief, dat opgestart werd in 2013, nieuwe infrastructuur bouwen in het buitenland en er de Chinese invloed vergroten.
Maar China zal ook op zijn eigen grondgebied kolencentrales blijven bouwen, om voor een stabiele elektriciteitsvoorziening te zorgen. Die zullen wel kleiner zijn en met minder uitstoot dan traditionele centrales, aldus nog Li Gao. ‘Er zal geen ontwikkeling van kolencentrales op grote schaal meer zijn. Dat is heel duidelijk.’