Key takeaways

• Een cashbetaling stoot tot 15 keer meer CO2 uit dan een elektronische betaling, leert het onderzoek van Worldline.
• De grotere uitstoot van cashbetalingen is voor het grootste deel te wijten aan de CO2-uitstoot van de levering en bevoorrading van het fysieke geld, inclusief het gebruik van transport.

Patrice Geoffron, Professor Economie aan de universiteit Paris Dauphine-PSL, onderzocht in opdracht van de betalingsverwerker Worldline de ecologische impact van verschillende betaalmiddelen in België. Uit dat onderzoek blijkt dat cashbetalingen voor een hogere CO2-uitstoot zorgen dan elektronische betaaloplossingen.

In het nieuws: Een cashbetaling stoot tot 15 keer meer CO2 uit dan een elektronische betaling, leert het onderzoek van Worldline. Het bedrijf baseert zich daarbij op één geldafhaling die dan gebruikt wordt voor gemiddeld 7 afzonderlijke betalingen

• Een transactie met cash stoot naar schatting 36,8 g CO2e (koolstofdioxide-equivalent red.) uit, inclusief de verplaatsing. De uitstoot bij een elektronische betaling blijft beperkt tot 2,45 g CO2e.
  • “De grotere uitstoot van cashbetalingen is voor het grootste deel te wijten aan de CO2-uitstoot van de levering en bevoorrading van het fysieke geld, inclusief het gebruik van transport. Dat is goed voor 34 g CO2e-emissies”, verduidelijkt Worldline.
  • Zelfs zonder de uitstoot van de individuele verplaatsingen om cash uit een geldautomaat te halen, wordt de CO2e-uitstoot van een transactie met cash geschat op 2,8 g, leert het onderzoek. Dat is nog steeds 14 procent meer dan een elektronische betalingstransactie in een winkel.

“Elektronische betaaloplossingen kunnen nog milieuvriendelijker”

Ook dit: Volgens Worldline kunnen elektronische transacties in winkels nog minder CO2 voortbrengen dan vandaag het geval is.

• Op dit moment hebben de meeste CO2-emissies van elektronische betalingen in winkels met de kaart te maken met de fysieke onderdelen van het transactieproces, zoals het papieren ontvangstbewijs, de plastic kaart en de betaalterminal.
  • De meeste emissies zijn afkomstig van het dubbel afdrukken van de ontvangstbewijzen: 1 voor de handelaar en 1 voor de betaler. Die ontvangstbewijzen vertegenwoordigen 42 procent van de uitstoot, oftewel 1,03 g van de totale 2,45 g.
  • De andere fysieke onderdelen van de waardeketen, zoals de plastic kaart en de betaalterminal, vertegenwoordigen 1,33 g van de CO2e-uitstoot, waarvan 0,84 g afkomstig is van de kaart (34%) en 0,49 g van de terminal (20%).
  • De IT-verwerkingsactiviteiten in moderne datacentra en netwerken dragen het minste bij aan de uitstoot, met slechts 4 procent van de totale emissies van een elektronische transactie, oftewel 0,09 g.
• Volgens Worldline kan de CO2-uitstoot van een elektronische betaling ingeperkt worden door geen papieren ontvangstbewijzen meer af te drukken, de kaart te vervangen door een virtuele kaart op een smartphone en door de betaalterminal van de handelaar te vervangen door een smartphone. “Zulke ingrepen kunnen de CO2e-uitstoot verder verlagen tot 0,74 g, tegenover 2,45 g vandaag”, klinkt het.
  • “Sinds augustus 2023 is het voor handelaars in Frankrijk niet meer verplicht om papieren ontvangstbewijzen af te drukken voor de meeste producten en diensten, in naleving van de Franse anti-afvalwet”, voegt Worldline er nog aan toe.

Belgische online elektronische betalingen stoten behoorlijk wat CO2 uit

Opgemerkt: In ons land ligt de CO2-uitstoot van een onlinebetaling hoger dan in andere landen omdat handelaars een speciaal toestel moeten gebruiken voor de authenticatie van de klant. Daardoor loopt de CO2e-uitstoot op tot 11,9 g. Dat toestel vertegenwoordigt 75 procent van de emissies.

• Het wegdoen van het speciale authenticatietoestel zou bijvoorbeeld de voetafdruk van een transactie naar schatting verminderen tot 3 g CO2e.
• De kredietkaart vervangen door een virtueel equivalent met een betalingstoken en het gebruik van upstream beveiligingsauthenticatie zou de uitstoot met nog 2,2 g extra CO2e kunnen verminderen, volgens Worldline.