Key takeaways

• Het Cambridge Woordenboek heeft meer dan 6.000 nieuwe woorden toegevoegd, waaronder internetjargon, zoals “skibidi” en “tradwife”.
• Nieuwe vermeldingen zoals “skibidi” illustreren de opname in het woordenboek van onzintermen die door de internetcultuur populair zijn geworden.
• Het woordenboek heeft ook woorden toegevoegd die de moderne werkcultuur weerspiegelen, zoals “mouse jiggler”, een hulpmiddel dat wordt gebruikt om computeractiviteiten te simuleren voor werknemers op afstand.

Het Cambridge Woordenboek voegt dit jaar meer dan 6.000 nieuwe woorden aan zijn woordenschat toe, die de evolutie van de Engelse taal onder invloed van de internetcultuur weerspiegelen. Onder de toevoegingen zijn populaire internettermen zoals ‘skibidi’ en ’tradwife’.

Nieuw jargon begrijpen

“Skibidi”, een absurd woord uit een virale YouTube-animatieserie, kan verschillende betekenissen hebben, van “cool” tot “slecht”, of gewoon op een humoristische manier gebruikt worden zonder bepaalde betekenis. De populariteit werd nog verder vergroot toen reality tv-ster Kim Kardashian een ketting op haar Instagram-account plaatste met de inscriptie “skibidi toilet”, de naam van de eerder genoemde YouTube-serie.

“Tradwife”, een verkorte vorm van “traditionele vrouw”, is dan weer een term voor een getrouwde vrouw die traditionele huishoudelijke taken op zich neemt, zoals koken en schoonmaken, terwijl ze actief is op socialemediaplatforms. Het woordenboek bevat ook verkorte versies van bestaande termen, zoals “delulu”, een speelse aanpassing van “waanideeën”, gedefinieerd als dingen geloven die onwaar of onrealistisch zijn.

Impact van de pandemie

Als gevolg van de toename van het werken op afstand na de pandemie, definieert het woordenboek nu “mouse jiggler”, een apparaat of software die wordt gebruikt om activiteit op een computer te simuleren en zo inactiviteit tijdens werktijd te verbergen.

Daarnaast zijn er samengestelde termen zoals “broligarchie” opgenomen. Dit neologisme, een combinatie van “bro” en “oligarchie”, verwijst naar een kleine groep rijke en machtige mannen, vooral diegenen die betrokken zijn bij technologiebedrijven, die proberen politieke invloed uit te oefenen. Het is met name gebruikt om de techgiganten Jeff Bezos, Elon Musk en Mark Zuckerberg te beschrijven die in januari de inauguratie van Donald Trump bijwoonden.

(ns)