Buitenland vaak enige uitweg voor Zuid-Koreaanse universitairen

In Zuid-Korea proberen afgestudeerde universitairen steeds vaker een professionele carrière uit te bouwen in het buitenland. In eigen land blijkt het immers bijzonder moeilijk een geschikte baan te vinden. Bij de Zuid-Koreaanse overheid lopen een aantal initiatieven om voor deze groep hoogopgeleide werklozen in het buitenland werk te vinden. Het Zuid-Koreaanse overheidsprogramma K-Move heeft het voorbije jaar voor 5.783 jonge universitairen in het buitenland tewerkstelling gevonden.

Dat is meer dan een verdrievoudiging tegenover het jaar voordien, toen het programma werd geïntroduceerd. Toch blijken deze jonge expats niet altijd onverdeeld gelukkig met hun buitenlands avontuur.

Chaebol

De voorbije jaren was nagenoeg 20 procent van de jonge Zuid-Koreanen werkloos. Dat is gevoelig hoger dan het gemiddelde van 16 procent bij de lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). Om aan de problemen op de eigen arbeidsmarkt te ontsnappen, zoeken vele jonge Zuid-Koreanen dan ook een uitweg in het buitenland.

Programma’s zoals K-Move zoeken inmiddels naar werkaanbiedingen in zeventig verschillende landen. Ongeveer een op drie deelnemers wijkt uiteindelijk uit naar Japan, terwijl een kwart in de Verenigde Staten aan het werk gaat.

“India en andere landen ervaren weliswaar eveneens problemen om vacatures te vinden voor hun geschoolde arbeidskrachten, maar Zuid-Korea is bijzonder kwetsbaar,” zeggen analisten. “Dat heeft te maken met de dominante rol van de chaebol, de familiale concerns, in de Zuid-Koreaanse economie.”

“De tien grootste concerns van het land, waaronder Samsung en Hyundai, vertegenwoordigen meer dan de helft van de totale marktkapitalisatie van het land. Toch werkt slechts 13 procent van de Zuid-Koreaanse arbeidsbevolking bij bedrijven met meer dan tweehonderdvijftig werknemers. Binnen de Oeso heeft alleen Griekenland een lagere score. In Japan loopt dat cijfer daarentegen op tot 47 procent.”

“De grote Zuid-Koreaanse bedrijven hebben een zakelijke model uitgebouwd dat hen toelaat te overleven zonder de tewerkstelling te moeten opvoeren,” betoogt Kim So-Young, professor economie aan de Seoul National University. “Deze bedrijven proberen de oplopende arbeidskosten te vermijden. Het is bovendien bijzonder moeilijk om werknemers opnieuw te ontslaan.”

Handenarbeid

Hoewel de Zuid-Koreaanse overheid voor zijn jonge hoogopgeleide expats kwalitatieve banen te vinden, blijkt dat niet altijd te lukken. Geregeld worden klachten ontvangen over beloftes die niet blijken ingevuld te worden. De klachten hebben zowel te maken met de taakomschrijving als de verloning.

Zuid-Korea heeft het hoogste onderwijsniveau van de hele Oeso. Driekwart van de Zuid-Koreaanse jongeren met een diploma middelbaar onderwijs studeert verder aan de universiteit. De Oeso heeft op dat vlak een gemiddelde van 44,5 procent.

“Het is echter moeilijk om voor die grote groep hoogopgeleide werkzoekenden een geschikte baan te vinden,” zeggen de waarnemers. “Tegelijkertijd moet Zuid-Korea massaal buitenlandse arbeidskrachten invoeren om zijn vacatures voor handenarbeid te kunnen invullen.” Deze arbeidskrachten worden onder meer uit Indonesië, de Filipijnen, Vietnam en China geïmporteerd.

“Dat is vaak een dure operatie,” zeggen Zuid-Koreaanse bedrijfsleiders. “De onderneming moet ook voor de accommodatie, voeding en andere kosten van deze gastarbeiders betalen. Anders worden zij door andere bedrijven weggelokt. Er is echter geen andere oplossing. Bij de hoogopgeleide lokale bevolking is het nagenoeg onbegonnen werk om iemand te vinden die bereid is om zijn handen vuil te maken.”

Dat zegt ook Ban Go-Woon, arbeidsmarktexpert bij het Korea Research Institute for Vocational Education & Training. Hij benadrukt het land daarmee de prijs betaalt voor een onderwijssysteem dat een product aflevert dat alleen interesse heeft voor een kleine selectie van topjobs.