Sommige exoplaneten, planeten buiten ons eigen zonnestelsel, draaien niet rond hun eigen as wanneer zij rond hun ster bewegen. Daardoor is een kant altijd naar de zon gericht, terwijl de andere gehuld is in een permanente nacht. Maar daartussenin, in de zogenaamde schemerzone, zou buitenaards leven mogelijk toch kunnen ontstaan, blijkt uit een studie die in maart werd gepubliceerd in The Astronomical Journal.
Exoplaneten die niet rond hun eigen as draaien, zijn opmerkelijk. Zij bevinden zich meestal extreem dicht bij hun ster, veel dichter dan Mercurius in ons eigen zonnestelsel. Door die nabijheid wordt hun rotatie rond hun eigen as afgeremd en valt die uiteindelijk stil. Een voorbeeld in ons eigen zonnestelsel is de maan: we zien vanop aarde altijd dezelfde kant van de natuurlijke satelliet.
De omgeving op dergelijke exoplaneten is om die reden behoorlijk extreem. De kant die altijd naar de ster gericht staat, kan opwarmen tot duizenden graden Celsius. Bovendien wordt die kant continu gebombardeerd met straling. Aan de nachtkant daalt het kwik daarentegen naar onder de -200 graden Celsius.
De schemerzone
Maar volgens de auteurs van de studie kan zich in de zone daartussenin, de schemerzone, alsnog leven ontwikkelen. De temperatuur in die zone is immers continu stabiel. Daar kan zich mogelijk vloeibaar water vormen op de oppervlakte van de planeet.
En dat zou de zoektocht naar buitenaards leven wel eens kunnen vergemakkelijken. Planeten die niet rond hun eigen as draaien, draaien meestal rond rode dwergen, sterren die een stuk kleiner zijn dan onze zon. De auteurs van de studie laten weten dat de meeste sterren in de Melkweg, zo’n 70 procent, tot die categorie behoren. Uit eerdere studies blijkt bovendien dat zich gemiddeld meer steenachtige planeten rond rode dwergen bevinden dan rond grotere sterren.
Als de zoektocht naar buitenaards leven naar rode dwergen wordt uitgebreid, wordt de kans dat men iets vindt des te groter, zo redeneren zij.
De zoektocht gaat verder
De voorbije jaren werden al een aantal kandidaat-planeten ontdekt rond rode dwergen, zoals in het stelsel Proxima Centauri (het dichtste zonnestelsel bij het onze) of het TRAPPIST-1-systeem, genoemd naar de Transiting Planets and Planetesimals Small Telescope (TRAPPIST), een telescoop van Belgische makelij die zich in Chili bevindt. De naam is uiteraard een verwijzing naar de bekende trappistenbieren.
De auteurs van de studie hopen nu dat de ruimtetelescoop James Webb hen in staat zal stellen om meer kandidaten te vinden. De infraroodtelescoop zou mogelijk in staat zijn om de atmosfeer van planeten rond rode dwergen in detail te bestuderen. Tot nu toe heeft de telescoop vooral observaties uitgevoerd bij grotere exoplaneten.
(fjc)