Indien de stedelijke open ruimtes meer voor de teelt van voedselproducten zouden worden aangewend, zou de import van voeding uit het buitenland sterk kunnen worden verminderd. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de Lancaster University, die berekenden dat stedelijke teelten in het Verenigd Koninkrijk tot bijna 40 procent van de totale nationale voedselbehoefte zouden kunnen invullen.
“Indien in het Verenigd Koninkrijk alle beschikbare stedelijke en onderbenutte groene ruimte zou worden verbouwd, zou het land zijn huidige productie van groenten en fruit ongeveer kunnen verachtvoudigen”, betoogt onderzoeksleider Jess Davies, professor duurzaamheid aan de Lancaster University.
“Amper 1 procent van de Britse stedelijke groene ruimte bestaat uit volkstuinen, maar als dat gebied samen met parken, speelvelden, oevers en andere open ruimtes voor landbouw zou worden ingezet, zou dat nieuwe alaam bijna 40 procent van de nationale consumptie van verse groenten en fruit – die veelal uit het buitenland worden aangevoerd – kunnen dekken.”
Potentieel
De Britse wetenschappers benadrukken niet werkelijk parken en recreatiegebieden tot landbouwgrond te willen omploegen, maar zeggen wel dat het rapport aantoont hoeveel potentieel in deze gebieden, die vaak worden ondergewaardeerd, schuil gaat.
“Er hoeft slechts een fractie van de stedelijke groene gebieden worden gebruikt om een bruikbare hoeveelheid verse groenten en fruit te produceren die de voeding van de bevolking zou kunnen verbeteren, kwetsbare groepen zou kunnen helpen en de uitstoot van koolstofdioxide zou verminderen”, zegt professor Davies.
“Zelfs deze kleine initiatieven zouden aanleiding kunnen geven tot een stedelijke landbouwrevolutie die een echt verschil zou kunnen betekenen. Ook met die beperkte oppervlakte zou men de beschikbaarheid van verse groenten en fruit aanzienlijk kunnen vergroten.”
“Het concept kan talloze voordelen bieden voor de fysieke en mentale gezondheid. Daarbij kan gewag worden gemaakt van een betere voeding, maar ook van extra mogelijkheden tot lichaamsbeweging en een toegang tot activiteiten in open lucht. Er is echter ook de voldoening die men ervaart door het creëren van gezonde producten.”
Samenwerkingsvormen
Er kunnen volgens Davies nog andere voordelen worden aangegeven. “Het concept zou onder meer mensen met een laag inkomen toegang kunnen bieden tot betaalbare voeding, zou bij de bevolking nieuwe vaardigheden kunnen creëren en zou voor wilde dieren en bestuivers een betere leefomgeving kunnen creëren.”
“Bovendien kunnen deze activiteiten de basis vormen voor de promotie van nieuwe samenwerkingsvormen. Het verbouwen van voedsel is recreatief, gaat eenzaamheid tegen en zorgt voor sociale cohesie.”
“Meer dan een derde van het Britse voedsel komt uit het buitenland”, zegt Davies nog. “Bij verse groenten en fruit loopt dat aandeel nog veel hoger op. Zoals de coronapandemie en de brexit hebben aangetoond, kan de import van voedsel kwetsbaar zijn voor schokken.”
“De Britse landbouwgrond staat nu al echter onder druk door een intensieve landbouw, verstedelijking en de behoefte aan nieuwe woningen. De biodiversiteit op de landbouwgrond is sterk gedaald. Dit alles heeft al tot een oproep tot herbebossing en minder intensieve landbouwpraktijken geleid.”
“Het is echter niet aangewezen om nog meer gebieden in landbouwgrond om te zetten, want dat leidt tot een verlies aan biodiversiteit en klimaatverandering”, zegt Davies. “Dit blijkt echter ook niet noodzakelijk. Er blijken immers ook in de steden veel mogelijkheden die momenteel over het hoofd worden gezien.”
(am)