De Bank of England stopt in principe morgen (14 oktober) met haar steunaankopen van Britse staatsobligaties. De grote vraag is wie dan bij nieuwe onrust de financiële markten moet kalmeren: de regering-Truss of toch maar weer de Britse centrale bank? De chronologie van een financiële thriller met een nog onzekere afloop.
- De onrust begon kort na 23 september, kort nadat de nieuwe premier Liz Truss en haar minister van Financiën Kwasi Kwarteng hun begrotingsplannen bekendmaakten. Grote beleggers vonden dat de ingebouwde 45 miljard pond aan belastingverlagingen de Britse staatsfinanciën helemaal scheeftrok. Dat uitte zich op twee manieren: het Britse pond kreeg klappen op de wisselmarkten en de markten zegde hun vertrouwen in langlopend Brits staatsobligaties op.
- Analisten waren in shock: dit ging immers niet om een bananenrepubliek, maar om een van de belangrijkste economieën ter wereld. Door de koopstop duikelde de waarde van Brits papier – ook wel gilts genoemd – fors naar beneden, wat zich bij obligaties reflecteert in een snel stijgende marktrente.
- Het Britse papier werd zelfs zo radioactief, dat de Bank of England (BoE) op 28 september als een deus ex machina de in ongenade gevallen obligaties moest opkopen, in de hoop de handel weer op gang te krijgen.
Pensioenfondsen in nood
- De urgentie was hoog, want door de complete bevriezing van de markt waren sommige Britse pensioenfondsen in liquiditeitsnood gekomen. Dat puzzelstuk werd pas later duidelijk en verklaarde de noodingreep van de Britse centrale bank, die daarvoor haar anti-inflatoire restrictieve monetaire strategie even helemaal overboord moest gooien.
- De pensioenfondsen waren in een vicieuze cirkel terechtgekomen: omdat het Britse staatspapier in hun portefeuille kelderde, moesten ze snel bijkomende cash waarborgen ophoesten, zoals de onderliggende contracten voorschrijven. Eén manier was om pakketten staatsobligaties te verkopen, wat de prijzen nog meer deed kelderen. En als er zich kopers aandienden, waren ze helemaal de klos.
- De vraag is hoe het nu verder moet. Het steunprogramma van de Bank of England loopt morgen (14 oktober) af, zo heeft de BoE meermaals gemeld. Gouverneur Andrew Bailey heeft expliciet verklaard dat de BoE daarna “uit de markt” zal zijn. De Britse pensioenfondsen namen de voorbije dagen het zekere voor het onzekere namen en miljarden aan effecten verkochten aan dumpingprijzen om snel nog de cashbuffers op te bouwen.

Wie redt de Britse economie?
- De terugtrekking van de BoE kan begin volgende week tot nieuwe onrust rond Brits staatspapier leiden. Want wie moet dan rust brengen: het duo Truss-Kwarteng met een aanpassing van hun economische plannen – bijgenaamd Trussonomics – of toch maar weer gouverneur Andrew Bailey?
- Kwarteng, die op 3 oktober een controversiële geplande belastingverlaging nog introk, liet in een interview uitschijnen dat nieuwe marktturbulentie “een zaak is van de gouverneur”.
- Volgens de economen bij denktank Oxford Economics zal de Bank of England weinig anders kunnen dan haar steunprogramma verlengen. “De risico’s op het vlak van financiële stabiliteit zullen de gouverneur dwingen om een U-bocht te maken”, voorspellen ze.
- Er staat veel op het spel, zowel voor de financiële markten als voor de ‘reële’ Britse economie. “Als de BoE er niet in slaagt de stijging van de Britse rentes te temperen, verhoogt dit het risico op een (gematigde) Britse recessie“, schrijft Oxford Economics. “In dat scenario verwachten wij dat strengere kredietvoorwaarden een effect zullen hebben op de huizenmarkt en het bredere vertrouwen van bedrijven en consumenten.”
- Maar ook de regering-Truss staat onder druk om een signaal te geven. Deze namiddag (13 oktober) springt het Britse pond hoger na berichten in de Britse pers dat Truss nog andere delen van haar belastingplannen gaat terugdraaien.
(bg)