In het Verenigd Koninkrijk werden vorig jaar in totaal 859.575 wagens gebouwd. Dat betekende een daling met 6,7 procent tegenover het jaar voordien. Dat blijkt uit een rapport van de Britse Society of Motor Manufacturers and Traders (SMMT), de federatie van de Britse autosector. Opgemerkt wordt dat de Britse autoproductie daarmee tot het laagste niveau in ruim zesenhalf decennium is teruggevallen.

Tegenover drie jaar geleden, voor de uitbraak van de coronapandemie, was er volgens de cijfers van de sectororganisatie sprake van een terugval met 34 procent.

Gruweljaar

“De Britse autoproductie heeft een gruweljaar achter de rug”, betoogde Mike Hawes, chief executive van de sectorfederatie, in een commentaar op het rapport. “Dat werd grotendeels veroorzaakt door een wereldwijd tekort aan halfgeleiders.”

“Het probleem zorgde ervoor dat de autofabrikanten, in afwachting van de levering van onderdelen, de productie dienden te vertragen of fabrieken moesten sluiten. Vooral tijdens het laatste kwartaal van het voorbije jaar heeft het tekort aan halfgeleiders een zware impact gehad.”

In een moderne auto kunnen tussen vijftienhonderd en drieduizend chips – voor de meest uiteenlopende functies – worden teruggevonden. Een voorraadtekort kan voor de productie dan ook zware gevolgen hebben.

Hawes stelde wel te verwachten dat het tekort de volgende maanden minder problematisch zou worden. Daardoor zou de Britse autoproductie volgens ramingen dit jaar met 19,7 procent tot meer dan een miljoen exemplaren moeten oplopen.

Maar niet alleen het chiptekort heeft de Britse autosector dit jaar parten gespeeld. Door de aanhoudende coronapandemie waren vorig jaar vele werknemers in de sector gedwongen om in isolatie te gaan, waardoor de productie verder stokte. Daarnaast was er ook de impact van de aangekondigde sluiting van de fabriek van Honda in Swindon.

Lichtpunt

“Voor de Britse autosector kwam de pandemie precies op het verkeerde moment”, merken analisten op. “De autoproductie was al enkele tijd aan het teruglopen en de onzekerheid over de Brexit zorgde ervoor dat vele fabrikanten zich tegenover nieuwe investeringen in het Verenigd Koninkrijk terughoudend opstelden.”

“Dat kwam bijzonder ongelegen, want net op datzelfde ogenblik werden door de constructeurs aanzienlijke budgetten gereserveerd voor de bouw van een nieuwe generatie elektrische wagens.”

“De handelsovereenkomst met de Europese Unie kon een gedeelte van de knelpunten wel uit de weg ruimen, maar toen werd de wereld door de uitbraak van de coronacrisis getroffen”, luidt het nog. “Dat fenomeen zorgde voor nieuwe problemen.”

“De chiptekorten vormen weliswaar een wereldwijd knelpunt, maar zorgden er in het Verenigd Koninkrijk wel voor dat de industrie zich vooral moest inspannen om een crisis te beheersen, terwijl men die tijd had kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van een strategie om het verloren terrein op te halen.”

Mike Hawes benadrukte wel dat de elektrische wagens vorig jaar in de Britse autoproductie een lichtpunt vormden. De verkoop liep immers met 72 procent op tegenover het jaar voordien. Elektrische wagens vertegenwoordigden vorig jaar 11,6 procent van de totale Britse autoverkoop.

Ook voor de toekomst zag Hawes een aantal positieve elementen. Daarbij wees hij op de nieuwe investeringen – voor een bedrag van bijna 5 miljard pond – voor de sector zijn gereserveerd.

Een groot deel van dat budget is voorzien voor de ontwikkeling van elektrische wagens en andere innoverende toepassingen.

Anderzijds waarschuwde Hawes ervoor dat de hoge energiekosten dit jaar voor de autofabrikanten een grote uitdaging zouden kunnen vormen.

(lp)