De gemiddelde snelheden op het internet liggen in de Verenigde Staten nog altijd twee keer hoger dan in de Europese Unie. Na een opmerkelijke opstoot tijdens de coronacrisis twee jaar geleden, diende in beide regio’s vorig jaar echter opnieuw een vertraging worden gemeld. Dat blijkt uit cijfers van het Fair Internet Report.
Tijdens de coronacrisis deden particulieren en bedrijven op het internet intensiever beroep dan voordien. Om de behoefte van de gebruikers in te vullen, werden de breedbandsnelheden in zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie twee jaar geleden drastisch opgevoerd.
Vertraging
Die trend werd volgens het Fair Internet Report vorig jaar echter niet doorgetrokken. Er was weliswaar nog steeds sprake van een stijging, maar daarbij moest tegenover het jaar voordien wel een duidelijke vertraging worden opgetekend.
In Europa werd de groei gehalveerd, terwijl in de Verenigde Staten zelfs een vertraging met 90 procent moest worden gemeld. De groei lag in de Europese Unie daardoor uiteindelijk 18 procent hoger dan in de Verenigde Staten.
Desondanks blijft breedband in de Verenigde Staten nog altijd beduidend sneller dan in de Europese Unie. De mediaan van de downloadsnelheid op de Amerikaanse breedbandmarkt bedroeg vorig jaar immers 83 megabits per seconde, tegenover 38 megabits per seconde in de Europese Unie.
Opgemerkt wordt dat op de twee markten de voorbije jaren een andere benadering tegenover de ontwikkeling van breedband genoteerd. “Terwijl in de Verenigde Staten vooral sprake was van een deregulering, bleef op de Europese markt de greep van de overheden bijzonder sterk”, benadrukken de onderzoekers daarbij.
Kopenhagen
De mediaan van de breedbandsnelheid heeft de voorbije vier jaar in de Verenigde Staten meer dan een verviervoudiging gekend. Twee jaar geleden was er zelfs sprake van een explosieve groei van 157,7 procent.
Het rapport wijst er nog op dat zowel in Europa als de Verenigde Staten de breedbandsnelheid in de dichtstbevolkte metropolen in het algemeen lager ligt dan in kleinere stedelijke knooppunten.
Daarbij wordt erop gewezen dat grote steden zoals Parijs en Moskou een mediane snelheid van minder dan 40 megabits per seconde laten optekenen. Ook New York, Houston, Los Angeles, Chicago en Philadelphia blijven onder de Amerikaanse mediaan van 83 megabits per seconde.
Verder blijkt dat slechts vier Europese steden – Kopenhagen, Stockholm, Bern en Boedapest – een hogere snelheid dan de Amerikaanse mediaan laten noteren. Vooral Kopenhagen kende een sterke groei. De Deense hoofdstad werd in een kort tijdsbestek de Europese stad met het snelste internet.
Nog wordt opgemerkt dat in negen Europese steden – Bratislava, Boekarest, Helsinki, Ljubljana, Luxemburg, Riga, Tallinn, Vilnius en Warschau – de mediaan van de breedbandsnelheid een daling vertoonde.
(am)