In een gemeenschappelijke brief hekelen de vakbonden het gebrek aan Europese coördinatie van de op stapel staande steunmaatregelen aan Lufthansa en dochterbedrijf Brussels Airlines.
De Duitse luchtvaartreus Lufthansa hengelt naar staatssteun bij de Duitse overheid en bij België, Zwitserland en Oostenrijk. Dat zijn de thuislanden van de dochtermaatschappijen Brussels Airlines, Swiss en Austrian Airlines. Het Belgische bod is al een tijdje bekend: een steunpakket van 290 miljoen euro, waarbij de Belgische staat niet in het kapitaal stapt maar van Lufthansa wel garanties eist over de verankering in Brussels Airport, de thuisluchthaven van Brussels Airlines, en mogelijk ook ecologische doelstellingen wil opleggen. Maar Lufthansa wil niet te veel overheidsinmenging in het beleid.
Het gemeenschappelijke vakbondsfront (BBTK, ACLVB, ACV Puls en CNE) noemt de garanties die België en de andere onderhandelende staten eisen ‘volkomen legitiem’. Maar waarom onderhandelen de staten elk afzonderlijk? ‘Wij betreuren het feit dat de verschillende landen niet coördineren met het oog op een gemeenschappelijke strategie om een essentiële sector te ondersteunen.’
‘Gebrek aan Europese aanpak’
De vakbonden zijn diep teleurgesteld in de Europese instellingen. Met Duitsland, België en Oostenrijk zijn drie EU-landen rechtstreeks betrokken. ‘Aangezien er sinds het begin van de crisis duidelijk geen Europese aanpak is geweest, vragen wij de landen die met deze crisis te maken hebben de zaken in eigen hand te nemen’, zeggen de bonden.
Volgens de bonden moet tegenover een transnationale onderneming als Lufthansa ook een transnationaal front van politieke leiders staan dat met één stem spreekt. ‘De wederopbouw van de sector moet worden uitgevoerd via een overeenkomst tussen de nationale staten in hun onderhandelingen met Lufthansa. En niet op een diffuse manier van staat tot staat, alsof de inzet alleen van nationaal belang is. De schaamteloze afwezigheid van Europa op dit moment laat geen andere keuze.’