Bijna helft van de benzineprijs bestaat uit heffingen: wat kan de overheid doen om die prijs te drukken?

Door de oorlog in Oekraïne zitten de benzine- en dieselprijs op een recordkoers. De regeringspartijen zitten de komende dagen en weken samen om te bekijken hoe ze die prijzen kunnen drukken. Er is wel wat speelruimte als je weet dat bijna de helft van de prijs die je aan de pomp betaalt uit heffingen bestaat.

De oorlog in Oekraïne heeft nu al een impact op onze portefeuille. Zo is de maximumprijs voor een liter diesel afgelopen weekend gestegen tot 2,084 euro, een nieuw record. Voor benzine 95 betaal je vanaf vandaag maximaal 1,9510 euro per liter. Ook stookolie is duurder geworden. De maximumprijs ervan is gestegen met 4,95 cent tot 1,1851 euro per liter, bij bestellingen van minstens 2.000 liter.

Samenstelling benzineprijs

Om te begrijpen in welke mate de overheid iets kan doen aan bijvoorbeeld de hoge benzineprijs is het belangrijk om na te gaan hoe die prijs wordt samengesteld. Uit een toelichting van journalist Michaël Van Droogenbroeck op VRT NWS blijkt dat van de 1,95 euro die je aan de pomp betaalt, slechts 0,82 euro de effectieve kostprijs van de brandstof is. 0,19 euro betaal je voor de distributiekosten en maar liefst 0,94 euro stroomt naar de staatskas.

Het bedrag dat je aan de overheid betaalt, bestaat in principe uit twee categorieën: de btw (0,34 euro) en accijnzen (0,6 euro). Net zoals bij gas bedraagt het btw-tarief dus 21 procent. In principe betalen we ook 21 procent op de elektriciteitsprijs. Maar de regering heeft in februari beslist om dat tarief tijdelijk te verlagen tot 6 procent. Die reductie geldt van 1 maart tot en met 1 juli.

Verschillende belastingen

Accijnzen: Indirecte belastingen op het verbruik of gebruik van bepaalde producten. Wordt geheven op de hoeveelheid.
BTW: Een belasting die geheven wordt op de basisprijs van een product of dienst die de eindverbruiker betaalt. Wordt geheven op de waarde.

BTW-verlaging uitgesloten

Een btw-verlaging voor olie is zo goed als uitgesloten. De Europese Unie verbiedt namelijk de lidstaten om de btw op fossiele brandstoffen te verlagen. Dat hebben onder meer de Belgische premier Alexander De Croo (Open VLD) en de minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) de afgelopen weken bevestigd.

De Europese richtlijn Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde zegt dat lidstaten enkel een verlaagd tarief mogen invoeren:

  • voor diensten en leveringen die voorkomen in bijlage III van de btw-richtlijn
  • op de levering van aardgas, elektriciteit of stadsverwarming (artikel 102 van de btw-richtlijn)

De regering kan wel sleutelen aan de accijnzen. Volgens Van Peteghem kan zo’n verlaging zeer snel worden ingevoerd. Hij wil dat doen via het zogenaamde omgekeerde cliquet-systeem, waarbij die accijnzen dalen wanneer de prijzen een bepaald niveau hebben bereikt.

Besparing door accijnsverlaging

Het is wel nog niet duidelijk hoeveel we kunnen besparen door zo’n accijnsverlaging. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez opperde afgelopen weekend in een interview met Het Laatste Nieuws dat een verlaging van de accijnzen de benzine- en dieselprijzen kan verlagen met 0,4 euro per liter.

En wat met de gasprijzen? Het conflict in Oekraïne jaagt ook die prijzen de hoogte in. Om die prijsstijgingen te temperen heeft Open VLD een energieplan van 1,5 miljard euro op tafel gelegd. In dat plan staat onder meer een verlaging van de btw op gas gedurende zes maanden. Voorts wil de partij de btw op elektriciteit definitief vastklikken op 6 procent, en compenseren met een systeem van accijnzen. Dit alles moet natuurlijk nog uitvoerig besproken worden in de schoot van de regering.

(lb)

Meer