AI-systemen die gebruikt worden binnen Chinese kampen in Xinjiang, waar Oeigoeren “heropgevoed” worden, zijn vooral van Amerikaanse makelij. Dat oppert Darren Byler in zijn boek ‘In the Camps: Life in China’s High-Tech Penal Colony’.
Het boek van Byler, dat eind oktober uitkwam, beschrijft het staatsgeweld tegen de Oeigoerse minderheid dat zich afspeelt in de noordwestelijke regio Xinjiang. Meer dan anderhalf miljoen Oeigoeren verdwenen er sinds 2017 achter de muren van interneringskampen en fabrieken. Dat is onderdeel van een heropvoedingsprogramma en een manier om hen op de arbeidsmarkt te krijgen, meent de Chinese overheid.
Volgens Byler, die het boek schreef op basis van interviews met overlevers van de kampen, gesprekken met dwangarbeiders en duizenden overheidsdocumenten, gaat het echter om een uitgekiend staatssysteem dat de Oeigoerse moslims op een zwarte lijst wil zetten vanwege hun religie en cultuur. Daarbij maakt Peking gebruik van een uitgebreid netwerk van technologie, aangeleverd door particulieren, waaronder gezichts- en stemherkenning en smartphone-surveillance.
Dystopie die bedacht werd in Seattle
Byler beschrijft ook hoe Oeigoeren in dergelijke kampen kunnen belanden voor zaken zoals het installeren van bepaalde socialemedia-apps. Dergelijke vormen van “pre-crime”, ofwel “voormisdrijven”, zijn al genoeg om naar een kamp gestuurd te worden om te “studeren” en het eigen geloof af te zweren. Byler beschrijft ook hoe de Oeigoerse bevolking tot dit noodlot gedoemd werd door technologie op smartphones te misbruiken.
Maar die technologie zou over de hele wereld gebruikt kunnen worden. Ze werd namelijk in het Westen gemaakt. In een reflectie over het boek schreef The Spectator-journalist Sam Leith zaterdag dat de software voor die vorm van surveillance gemaakt werd door bedrijven die onder andere gevestigd zijn in de Amerikaanse stad Seattle.
“Bewakingssystemen in Chinese kampen waar moslims systematisch gedehumaniseerd worden, zijn grotendeels in de VS ontwikkeld, meent Byler. […] Lucratieve partnerschappen zitten achter de AI-systemen die er de digitale architectuur creëren; bedrijven die de code schrijven, zoals Megvii, hebben comfortabele kantoren in Seattle en Peking. En de enorme biometrische gegevensbestanden, die beschikbaar komen wanneer je miljoenen mensen hun burgerrechten ontneemt, zijn manna (miraculeus voedsel uit de Hebreeuwse Bijbel, red.) voor degenen die AI-systemen bijscherpen om steeds beter te worden in surveillance. Ondertussen bloeit de tech-handel in het gebied dankzij de dwang- en slavenarbeid die de exportmarkt bevoorraadt”, schrijft Leith.
De journalist waarschuwt westerse politici ten slotte dat ze in het achterhoofd moeten houden wat er allemaal gebeurt binnen de kampen in Xinjiang terwijl ze lucratieve samenwerkingen met Peking proberen af te sluiten. Die situatie is namelijk een duidelijk voorbeeld van hoe vastberaden de Chinese overheid kan zijn om weerstand tegen zijn machtige ambities de kop in te drukken.
(am)
