Jeremy Grantham, medeoprichter van vermogensbeheerder GMO, gelooft dat de aandelenmarkt zich in een zeepbel bevindt die lijkt op die van 2000. Alleen is het allemaal nog veel erger dan toen.
Beursgoeroe Jeremy Grantham: “Huidige bubbel erger dan internetzeepbel van 2000; nu met alle activa in de knoei”
Waarom is dit belangrijk?
Grantham (83) is een op grote schaal gevolgd belegger en markthistoricus. Hij heeft een aanzienlijke staat van dienst in het identificeren van marktbubbels. Hij voorzag het uiteenspatten van de internetzeepbel in 2000 en de marktdaling van 2008.“Laatst was de S&P 500 ongeveer met 19,9 procent gedaald en de Nasdaq ongeveer met 27 procent. Ik zou zeggen dat we op zijn minst het dubbele zullen zien”, zei de topinvesteerder in een interview met het zakenmedium CNBC. “Als we pech hebben, wat heel goed mogelijk is, kunnen we drie keer zo’n etappe zien en dan zou het wel een paar jaar kunnen duren, zoals in de jaren 2000.”
Grantham verwacht dus dat de Amerikaanse benchmarkindex met ten minste 40 procent zal dalen ten opzichte van z’n recordhoogte. Dat zou de S&P 500 naar ongeveer 2.880 punten sturen, een niveau dat niet meer gezien is sinds de berenmarkt van maart 2020; de start van de coronacrisis. De S&P 500 is tot nu toe met 18 procent gedaald, en handelde woensdagmiddag op het niveau van 3.925 punten.
Verschillende zeepbellen
“Deze zeepbel lijkt oppervlakkig gezien erg op die van 2000, gericht op de Amerikaanse tech en geleid door de Nasdaq die naar ongelooflijke hoogtepunten ging”, klonk het nog.
Het epicentrum van de marktvolatiliteit is in de twee gevallen de Amerikaanse technologiesector gebleken. Vooral rijkelijk gewaardeerde aandelen van onrendabele bedrijven en grote softwarenamen zaten/zitten in de uitverkoop – een massale verkoopgolf die nu verhaast wordt door het rentebeleid van de Fed. Zo zakte de aan techaandelen gewijde Nasdaq Composite het diepst weg; die is met ongeveer 29 procent gedaald ten opzichte van zijn all-time high.
Toch zijn er volgens de Britse belegger enkele belangrijke verschillen tussen de twee zeepbellen. In 2000 betrof de uitverkoop vooral Amerikaanse aandelen, terwijl andere activa zoals obligaties, grondstoffen en huisvesting goed standhielden, aldus Grantham.
“Wij zitten nu echt met alle activa in de knoei. Dat is historisch gezien zeer gevaarlijk gebleken”, wierp hij op. “De combinatie van de aandelen- en de huizenmarkt bleek (in 2008, red.) heel gevaarlijk te zijn. We zouden een zware recessie krijgen.”
“Wat je nooit wilt doen in een zeepbel is rommelen met de huizenmarkt, en wij verkopen nu (huizen) tegen een hoger veelvoud van het gezinsinkomen dan op het hoogtepunt van de zogenaamde (Amerikaanse, red.) huizenbubbel in 2006″, klonk het nog. “Daarnaast zakte de obligatiemarkt onlangs naar een absoluut dieptepunt in de (…) geschiedenis. Bovendien zijn de energieprijzen (omhoog) gestuwd, (en) de metaal- en voedselprijzen zijn op de VN-index eigenlijk hoger dan ze ooit in reële termen geweest zijn”, betoogde de legendarische investeerder.
Goud en zilver
Begin dit jaar orakelde de permabear nog dat, in het kielzog van het uiteenspatten van een ‘superzeepbel’, de S&P 500 een daling van 50 procent zou kennen. Zijn advies was toen het volgende: “Vermijd Amerikaanse aandelen, beleg in waardeaandelen van opkomende markten en een aantal goedkopere ontwikkelde landen, zoals Japan. Plus: zorg voor wat cash voor flexibiliteit, evenals een beetje goud en zilver.”
(mah)