Key takeaways
- De samenstelling van de nieuwe Belgische regering leidt tot kritiek: slechts vier van de 15 ministers zijn vrouwen.
- Het gebrek aan genderbalans doet denken aan het Smurfette-principe, waarbij een enkele vrouw omringd wordt door mannen.
- Minister Vanessa Matz pleit voor quota als een “noodzakelijk kwaad” om de vertegenwoordiging van vrouwen te verbeteren.
De formatie van het nieuwe kabinet van België
De vorming van het nieuwe Belgische kabinet heeft een storm van kritiek uitgelokt. Een officiële regeringsfoto toonde een overwegend mannelijk gezelschap, met enkele vrouwelijke ministers op de achtergrond. Ondanks een poging om het beeld te corrigeren, blijft de samenstelling van de regering een punt van discussie.
Waar zijn de vrouwen?
Van de 15 ministers zijn er slechts vier vrouwen. Dat is een scherpe breuk met de vorige regering, waarin gendergelijkheid wél werd bereikt. Op sociale media en in de politieke wereld klinkt verontwaardiging over deze terugval.
Minister van Modernisering Vanessa Matz noemt de ondervertegenwoordiging van vrouwen “duidelijk heel, heel weinig”. Ze wijst erop dat in het kernkabinet, waar de belangrijkste beslissingen worden genomen, zelfs geen enkele vrouw zetelt. Dit werd gemeld aan Politico.
Het Smurfendorp van de politiek
Het fenomeen doet denken aan het Smurfette-principe, waarbij één enkele vrouw in een verder mannelijke omgeving opereert. Experts benadrukken dat genderdiversiteit geen bijzaak zou mogen zijn, maar een fundamentele prioriteit bij de regeringsvorming.
De conservatieve coalitie, die na zeven maanden onderhandelen tot stand kwam, bestaat uit rechtse en centristische partijen. Volgens critici weerspiegelt de samenstelling van de regering een bredere trend waarin vrouwen structureel minder kans krijgen op topfuncties.
Premier erkent probleem, maar noemt het toeval
België werd ooit geprezen om zijn vooruitgang op het vlak van gendergelijkheid. Sinds 1994 zijn er wettelijke quota voor politieke partijen, maar de huidige regering doet dat positieve imago wankelen.
Premier Bart De Wever noemt het gebrek aan vrouwelijke ministers een “schande”. Toch ziet hij het eerder als een toevallige uitkomst dan als een bewuste keuze. Die uitleg stuit op scepsis bij critici, die erop wijzen dat gendergelijkheid in de politiek geen kwestie van toeval mag zijn.
Meritocratie of structurele uitsluiting?
Defensieminister Theo Francken wuift de kritiek weg en benadrukt dat verdiensten belangrijker zijn dan geslacht. Maar tegenstanders vrezen dat de beperkte diversiteit invloed zal hebben op wetgeving rond vrouwenrechten en minderheden.
De socialistische oppositie wil via grondwetswijzigingen gendergelijkheid in de regering verankeren. Minister Matz steunt het idee van quota, die ze een “noodzakelijk kwaad” noemt om echte vertegenwoordiging te bereiken.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!