De coronacrisis zet de relatie tussen ondernemingen die met elkaar zaken doen onder hoogspanning. Sommige bedrijven beslissen eenzijdig hun facturen of huur niet meer te betalen, tot ontzetting van hun jarenlange zakenpartner.
Het is een echo die overal te horen is in het Belgische bedrijfsleven. Leveranciers laten almaar minder betalingsuitstel toe. Sommige eisen voortaan de onmiddellijke en volledige betaling bij elke levering. De strengere inning heeft te maken met een ander fenomeen: klanten die van de ene dag op de ander eenzijdig beslissen om gemaakte betaalafspraken te negeren en voorlopig helemaal niets meer te betalen. ‘Wat mij vooral verbaast, is dat het vaak om alombekende internationale bedrijven gaat’, zegt een bedrijfsleider.
Onbetaalde huur
Almaar meer mode- en andere winkels betalen hun huur niet meer, bij gebrek aan omzet. De vastgoedkoepel UPSI-BVS raadt de verhuurders van winkelpanden aan de zaak niet op de spits te drijven en een deel van het verlies zelf te incasseren. ‘Scheld voor winkelier-huurders in moeilijkheden de helft van 2 maanden huur kwijt en geef uitstel van betaling’, raadt de beroepsvereniging aan.
‘We dringen er bij onze leden op aan om solidair te zijn met de winkeliers in de detailhandel, die midscheeps getroffen wordt door de coronacrisis. Met de inspanningen willen we opnieuw zuurstof geven aan onze winkels. In deze moeilijke tijden moeten we een collectieve inspanning leveren’, zegt topman Olivier Carrette van UPSI-BVS.
Reputatie
‘Wij raden niet aan om eenzijdig contractuele verplichtingen op te schorten’, zegt Marc Herlant, bedrijfsconsultant bij EY-Parthenon. ‘In Europa zien we een aantal grote ondernemingen die eenzijdig betaaltermijnen hebben opgerekt en daar weer van terug zijn gekomen door reputationele schade.’ Zo was Adidas van plan in thuisland Duitsland zijn winkelhuur niet meer te betalen. Maar het sportmerk keerde met hangende pootjes op zijn stappen terug na verontwaardigde reacties.
Herlant raadt bedrijven allereerst aan de overheidsmaatregelen, zoals uitgestelde belastingen en andere steun, goed onder de loep te nemen. ‘Dan zijn er een aantal kosten die op korte termijn uitgesteld kunnen worden, investeringen bijvoorbeeld, maar ook sommige variabele kosten. Met leveranciers en klanten kunnen betalingsvoorwaarden tijdelijk onderhandeld worden.’
100 dagen
Een veelgebruikte regel is dat een bedrijf in staat moet zijn een cashprognose voor de komende drie maanden, of ongeveer 100 dagen, te maken. Maar veel bedrijfsleiders breekt het angstzweet uit als ze hun prognoses voor het lopende tweede kwartaal (april-juni) bekijken. Bij de verwachte verlenging van de lockdown dreigt na april ook mei een verloren maand te worden.
‘Ondernemingen moeten hun kasstroom op continue basis in het oog houden, om inzicht te krijgen waar de knelpunten ontstaan’, zegt Herlant. Wat echter in de horeca te horen is: de mogelijke kortetermijnmaatregelen om de kaspositie te verbeteren raken stilaan uitgeput.
Cash is een bezorgdheid van zowel kmo’s als multinationals. Uit een recente enquête van de Amerikaanse kamer van koophandel AmCham, dat onder meer de grote Amerikaanse multinationals in België overkoepelt, blijkt dat 50 procent van de resspondenten binnen de zes maanden liquiditeitsproblemen verwacht voor hun Belgische divisie. Meer dan een op de zes groepen verwacht dat zelfs al in de komende drie maanden.