Obligaties zijn terug van weggeweest als optie voor beleggers. Surfend op de hype rond de gelijknamige film maakt zo een nieuw acroniem opgang in de financiële wereld: BARBIE.
TINA: There is no alternative
In de jaren tot 2022 zwaaide TINA de plak over de beurs. Zowel de rentes als het bredere rendement op obligaties waren zo laag, dat veel beursexperts concludeerden dat “er geen alternatief was voor aandelen”, of kortweg TINA.
TRINA: There really is no alternative
Overtuigde aandelenbeleggers deden er tijdens de periode van nulrente en uitzonderlijk soepel monetair beleid nog een schepje bovenop en spraken van TRINA: “Er is echt geen alternatief voor aandelen”.
TARA: There are reasonable alternatives
Maar zowat een jaar geleden kregen TINA en TRINA concurrentie van TARA: “Er zijn redelijke alternatieven”. De centrale banken begonnen aan een nooit eerder geziene stapsgewijze verhoging van hun richtinggevende rentevoeten, waardoor ook de coupons op obligaties en andere vastrentende activa de hoogte inschoten. Het minpunt was wel dat in die periode ook de inflatie uitzonderlijk hoog lag, waardoor veel beleggers toch bleven twijfelen.
BONDS: Buying ordinary notes and debt securities
BARBARA: Bonds are really back and really attractive
BARBIE: Bonds are really back in earnest
Doordat de rentevoeten blijven stijgen en de inflatie wat lijkt af te vlakken, blijven obligaties aan fans winnen. Dat zette het financiële wereldje aan tot het zoeken naar een nieuw acroniem. Het simpele BONDS, het Engelse woord voor obligaties dat je ook als “kopen van notes en ander schuldpapier” kan lezen, kon niet overtuigen.
Dan kreeg BARBARA – “obligaties zijn helemaal terug en echt aantrekkelijk” – al meer bijval. Maar BARBARA lijkt de duimen te moeten leggen voor de vondst van FT-columniste Katie Martin: BARBIE of “obligaties zijn in alle ernst echt weer terug”. Zij was ook de bedenker van BONDS.
“Rooskleurige tijden voor obligaties”, zo gaat ook beursstrateeg Philippe Gijsels (BNP Paribas Fortis) mee in het BARBIE-thema. Maar ten gronde zijn niet al zijn collega’s overtuigd.
“Met rendementen van ruim 3 procent zijn veilige kortlopende obligaties weer interessant als ‘parkeerpositie’. Dit betekent dat een beleggingscategorie die in voorgaande jaren kosten maakte, een comeback viert. Toch delen we het algemene enthousiasme voor obligaties niet”, schrijft beleggingsstrateeg Philipp Vorndran van vermogensbeheerder Flossbach von Storch.
“Het is meer dan de vraag of veilige obligaties ook op de lange termijn een lucratieve belegging zijn. Daarvoor zou de inflatie snel de doelstelling van 2 procent moeten naderen. Gebeurt dit niet, dan zou bijvoorbeeld een 10-jarige Duitse Bund met een rendement van slechts 2,6 procent echt kapitaalverlies betekenen.”
“En zelfs als de centrale banken de inflatie onder controle krijgen, is het rendement van langlopende obligaties nog steeds te laag om significante koerswinsten mogelijk te maken”, zo gaat hij verder. “In dit geval lijkt de risico-rendementsverhouding nog niet bijzonder aantrekkelijk. Aandelen blijven onze eerste keuze.”