In het nieuws: Ondanks ietwat druk op de prijzen, blijft de Japanse rente gehandhaafd.

De Bank of Japan (BoJ) heeft vandaag besloten om de kortetermijnrente op -0,1 procent te laten staan. De rente op overheidsobligaties van tien jaar fluctueert op de bandbreedte van 50 basispunten boven en onder de 0 procent.

• In april bedroeg de kerninflatie in Japan 3,4 procent. In vergelijking met de cijfers van Europa en de VS is dit goed, maar toch is er een opwaartse beweging zichtbaar. In het eerste kwartaal werd een economische groei van 2,7 procent genoteerd, die de verwachtingen van economen met 0,8 procent overschreed.
• De centrale bank denkt dat de consumentenprijzen, voedselprijzen buiten beschouwing gelaten, de voorspellingen zullen volgen en langzaam zullen dalen, wel erkent het de onzekerheden van de situatie, het is van vorige eeuw geleden dat de inflatie in het land nog zo hoog stond.
• Na een periode van meer dan 10 jaar met inflatie schommelend, boven en onder de 0 procent, besloot de eilandengroep in 2016 om de rente negatief te zetten. Zo zouden banken meer geld uitlenen aan bedrijven en gezinnen en zo consumptie stimuleren. Sindsdien is de rentevoet niet meer gewijzigd.
• Op woensdag besloot de Federal Reserve, de centrale bank van de Verenigde Staten, ook om niet aan de rente te sleutelen, wel lieten ze weten nog twee renteverhogingen later dit jaar te willen doorvoeren. De Europese Centrale Bank (ECB) trok de rente donderdag met 25 basispunten op. In juli komt de BoJ terug samen.