Opel wil opnieuw verder kijken dan de Europese markt

De Duitse autobouwer Opel wil opnieuw de mogelijkheden van een verdere internationale groei bekijken. Daarbij kan ook aan markten buiten Europa worden gedacht. Dat heeft Michael Lohscheller, chief executive van Opel, gezegd. De topman wijst er daarbij op dat het merk inmiddels drie opeenvolgende winstjaren heeft kunnen melden. Bovendien kan Opel bij zijn uitbreidingsplannen tevens rekenen op de internationale structuur van zijn moederbedrijf Stellantis.

Vier jaar geleden werd het verlieslatende Opel door zijn Amerikaanse eigenaar General Motors aan het Franse concern PSA Group, inmiddels onderdeel van Stellantis, verkocht. Toen werd voor het Duitse merk ook het herstelplan Pace geïntroduceerd. Pace wou dat tegen midden dit decennium minstens 10 procent van de verkopen van Opel zouden worden gegenereerd op markten buiten Europa. 

Groei

Ondanks de uitbraak van de coronapandemie, die leidde tot een scherpe daling van de wereldwijde autoverkopen, slaagde Opel erin de omzet buiten Europa met 49 procent op te voeren tot meer dan 55.000 exemplaren.

Die afzet vertegenwoordigt ongeveer 8 procent van de totale verkoop van Opel, die vorig jaar op 632.687 exemplaren uitkwam. Het Midden-Oosten en Afrika zorgden daarbij voor een verkoop van 52.408 exemplaren. De andere afzetmarkten bevonden zich in Eurazië (1.323) en Latijns-Amerika (1.056).

Opel hoopt volgens Lohscheller op die stijging verder te kunnen bouwen, hoewel hij erkende dat een extra groei van 50 procent misschien moeilijker te realiseren zal blijken. ‘Opel is weliswaar optimistisch over een aantal markten, maar toch zullen de economische ontwikkelingen in landen zoals Turkije nauwlettender moeten worden gevolgd’, stipte de topman aan.

Opel merkte vorig jaar al op dat de verkoop van het model Corsa buiten Europa het voorbije jaar een verdrievoudiging heeft gekend. De Corsa zou daarbij ook de plannen voor een uitbreiding op de Japanse markt moeten leiden.

‘Opel kan uiteraard terugvallen op zijn Duitse identiteit om op veel markten voet aan de grond te krijgen’, erkende Lohscheller. ‘Bovendien is het nu mogelijk om markten te betreden waar Stellantis al met een verkoopnetwerk en financiële structuren aanwezig is. We hoeven niet helemaal van nul te beginnen.’

China

De topman voegde eraan toe bij de verdere uitbreiding stapsgewijs – land per land – te werk te willen gaan. Volgend jaar zou Opel meer dan twintig nieuwe markten in vooral Zuid-Amerika en Azië willen betreden. In februari vorig jaar breidde het merk al zijn aanwezigheid in Latijns-Amerika uit en werden vier modellen gelanceerd in Colombia en Ecuador.

Lohscheller citeerde Noord-Afrika en Turkije als regio’s die ook interessant kunnen zijn voor modellen die voor de Europese markt zijn ontwikkeld. Dat ligt volgens de topman enigszins moeilijker in Rusland, waar producten mogelijk moeten worden aangepast aan de voorkeuren van klanten en autofabrikanten hoge invoerrechten moeten betalen, tenzij een binnenlandse productie kan worden gegarandeerd en ook met lokale leveranciers wordt samengewerkt.

Stellantis bekijkt volgens Lohscheller momenteel tevens of Opel opnieuw zou kunnen denken aan een aanwezigheid in China, waar Duitse premiummerken het historisch meestal goed hebben gedaan. ‘Er is echter hierover nog geen definitieve beslissing genomen’, merkte de topman op.

‘Het is natuurlijk nuttig om zich als een Duits merk op de markt te manifesteren, maar er is geen garantie dat elk Duits product het in China goed zal doen.’ Halverwege het voorbije decennium had Opel, toen nog in handen van General Motors, zich uit China teruggetrokken.

(jvdh)

Meer