De eenmalige belasting op inverkeerstelling (BIV) en de jaarlijkse verkeersbelasting zullen voor Wallonië en Brussel vanaf 1 juli weer stijgen als gevolg van indexatie, na een stijging van 9 procent vorig jaar. Vlaanderen indexeert op 1 juli eveneens de belastingtarieven.

5,2 procent, maar op hoeveel?

• Volgens de Waalse Overheidsdienst Fiscaliteit zal deze verhoging 5,2 procent bedragen van de huidige bedragen, die al variëren naargelang de voertuigen waarmee wordt gereden. En hoe meer pk’s er onder de motorkap zitten, hoe meer het gaat kosten.
• De jaarlijkse verkeersbelasting is afhankelijk van de “fiscale paardenkracht” van het voertuig, dit wil zeggen het vermogen uitgedrukt in pk.
• Concreet zullen kleine stadsauto’s – met 5 of 6 pk aan fiscaal vermogen – die momenteel 116,16 euro of 167,90 euro betalen, deze prijzen met 5,83 euro of 8,39 euro zien stijgen. Dit is nog vooral symbolisch.
• Aan de andere kant zullen liefhebbers van grote auto’s de prijzen radicaal zien stijgen: bij een fiscaal pk van 11 zullen de prijzen stijgen van 495 euro naar 521 euro. Stel dat je 25 pk hebt, zal de jaarlijkse belasting stijgen van 3.022,39 euro naar 3.179,55 euro.

Opgemerkt moet worden dat dit een berekening is op basis van gegevens die door de belastingdienst zijn voorzien; prijzen kunnen nog worden afgevlakt. Maar normaal gezien zouden eenmalige wegenbelastingen dezelfde tendens moeten volgen.

Dit alles is een automatisch gevolg van de algemene indexering gekoppeld aan de inflatie. Dit is geen beslissing van de Waalse regering, maar – toevallig – heeft ze op 28 april in tweede lezing een hervorming van de autofiscaliteit goedgekeurd, die in 2025 van kracht moet worden. Het doel is om de aankoop aan te moedigen van nieuwe of tweedehandsvoertuigen die lichter en minder krachtig zijn en minder CO2 uitstoten. In de praktijk zijn we er al.

(nd)