Niet alleen in België staat kernenergie in het middelpunt van het debat. Op Europees niveau zou een taxonomie kunnen leiden tot het herdefiniëren van kernenergie en zelfs gas als groene energie. Er staan miljarden aan subsidies op het spel voor toekomstige investeringen in de Green Deal.
In het licht van hernieuwbare energie, die fluctuerend van aard is, heeft de huidige energiecrisis aangetoond dat sommige landen gedwongen zijn terug te vallen op veel vervuilender energiebronnen zoals gas, of nog erger: steenkool.
Veel Oost-Europese landen zijn nog steeds afhankelijk van steenkool. In dit perspectief is de classificatie van kernenergie, en zelfs gas, als groene energie voorlopig niet zo ver gezocht. Steenkool stoot gemiddeld tweemaal zoveel CO2 per kWh uit als gas, kernenergie stoot nagenoeg geen CO2-deeltjes uit.
De EU heeft zeer ambitieuze doelen vooropgesteld om haar koolstofuitstoot tegen 2030 met meer dan 50 procent te verminderen en tegen 2050 koolstofneutraal te worden. De Oost-Europese landen, die voor hun ontwikkeling nog sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, aarzelen om al te bruusk over te schakelen op hernieuwbare energiebronnen. Overschakelen van steenkool op gas en vervolgens op kernenergie lijkt voor hen de ideale weg.
Ideale aanvulling
Kernenergie wordt gezien als een ideale aanvulling op hernieuwbare energie. Een coalitie van landen onder leiding van Frankrijk heeft begin oktober gepleit voor de voortzetting van het gebruik van kernenergie. Het gaat om Roemenië, Tsjechië, Slowakije, Kroatië, Slovenië, Bulgarije, Polen, Hongarije en Finland.
Hun argumenten zijn verdedigbaar: continuïteit van de energievoorziening, energie-onafhankelijkheid en lagere CO2-uitstoot. De energiecrisis probeert hen gelijk te geven. Kernenergie zou het continent bijvoorbeeld ook in staat stellen minder afhankelijk te zijn van Russisch gas.
Voor Frankrijk, een reeds lang bestaande nucleaire macht, is de kwestie ook van economische aard. Het land is van plan een cruciale rol te spelen voor kernenergie op continentale schaal. President Macron heeft zopas aangekondigd dat hij zowel EPR-reactoren, bedoeld voor de binnenlandse markt, als SMR-reactoren, meer voor de export, wil bouwen.
Tegenoffensief
Van de 1.800 miljard van de Europese begroting is een derde bestemd voor de uitvoering van de groene transitie. Dit betekent dat de inzet hoog is.
Maar in het midden van COP26, heeft de andere kant besloten terug te slaan. Onder aanvoering van Duitsland verklaarden vijf landen (Luxemburg, Oostenrijk, Portugal en Denemarken) dat “kernenergie onverenigbaar is met het beginsel ‘geen schade berokkenen’ van de EU-belastingverordening”.
“We erkennen het soevereine recht van de lidstaten om voor of tegen kernenergie te beslissen als onderdeel van hun nationale energiesystemen”, zo luidt de gezamenlijke verklaring van de vijf EU-landen. “Wij vrezen echter dat het opnemen van kernenergie in de taxonomie de integriteit, de geloofwaardigheid en dus het nut ervan blijvend zou aantasten.”
In de nasleep van de ramp in Fukushima hebben verschillende landen besloten hun lot definitief van kernenergie te scheiden. Het meest emblematische geval is Duitsland, dat een totale exit in 2022 heeft gepland. Deze exit heeft onze buren in staat gesteld hun investeringen te richten op hernieuwbare energiebronnen. Maar wanneer de nodige weerselementen ontbreken, is het land gedwongen terug te vallen op steenkool, waardoor de CO2-uitstoot sterk stijgt. Het is echter gemakkelijk te begrijpen waarom ze op Europees niveau niet meer in kernenergie wil investeren.
België
Oostenrijk gaat zelfs nog verder en spant een rechtszaak aan tegen de opneming van kernenergie in de Europese taxonomie. “Een interpretatie van de taxonomieverordening in het licht van de EU-wetgeving bevestigt dat kernenergie niet in de Europese taxonomie kan worden opgenomen”, aldus een juridische beoordeling die in opdracht van de Oostenrijkse regering is uitgevoerd en in september is gepubliceerd. Elk besluit dat kernenergie op grond van de taxonomieverordening in de werkingssfeer van de verordening opneemt, kan voor de EU-rechter worden aangevochten.
België zit, zoals vaak het geval is, in het midden, omdat het eerst zijn intern debat moet beslechten. De geleidelijke afschaffing van kernenergie was al in 2003 overeengekomen en zou in 2025 ingaan. Maar de sluiting van het kernpark zou leiden tot de bouw van een of twee gasgestookte centrales, die meer CO2 uitstoten. De Franstalige liberalen lobbyen al weken om twee van de zeven kernreactoren te verlengen en de bouw van kleine reactoren van de nieuwe generatie te overwegen. De federale regering moet voor eind november beslissen.
(am/lp)