De beursgang van Alibaba-dochter Ant, de grootste beursgang ooit, zal niet meer voor 2021 zijn, zeggen bronnen aan het persagentschap Bloomberg. Die was normaal gepland voor eerder dit jaar, maar werd op het laatste nippertje geschrapt door de Chinese autoriteiten.

De fintechgroep Ant zou normaal gezien begin november naar de beurzen van Shanghai en Hongkong trekken, maar China heeft dat op twee dagen voor de introductie tegengehouden. De Volksrepubliek gooit namelijk de regels voor fintechbedrijven op de schop en Ant moet dus enkele aanpassingen doen om in lijn te zijn met de wetgeving.

Volgens de jongste berichten zouden fintech’ers zich moeten schikken naar de bankenwetgeving. Dat zou onder meer een impact hebben op de kredietverlening. Zo zou Ant geen leningen mogen verstrekken die groter zijn dan 300.000 renminbi. Voorts moet het betaalbedrijf een grotere buffer aanleggen in verhouding met de uitgekeerde leningen.

Constant veranderende wetgeving

Omdat het wat tijd vraagt om deze en andere maatregelen te implementeren zal het niet meer lukken om voor 2022 een nieuwe beursgang op touw te zetten. ‘Er moet over een aantal maatregelen zelfs nog beslist worden’, klinkt het bij Bloomberg. ‘De grootste uitdaging voor Ant zal worden om constant in lijn te zijn met de constant veranderende Chinese financiële wetgeving.’

Het uitstel is slecht nieuws voor Alibaba-CEO Jack Ma, die zo’n 34 miljard dollar (28 miljard euro) wou ophalen met de beursintroductie. Maar ook Alibaba zelf komt er niet ongeschonden uit. Het aandeel ging maandag 5 procent lager op Wall Street, zijn grootste daling sinds het uitstel werd bekendgemaakt. Ant zou na zijn beursgang 315 miljard dollar waard zijn, meer dan de Amerikaanse bankgigant JP Morgan.