De dwergstaat Andorra, een fiscaal paradijs ingesloten in de Pyreneeën op de grens tussen Frankrijk en Spanje, dreigt financieel ten onder te gaan. Dat is het gevolg van een Amerikaans onderzoek naar witwaspraktijken bij één van de grootste banken van Andorra. Sinds het onderzoek bekend raakte werden er topbankiers gearresteerd en werden limieten ingesteld op de bedragen die inwoners nog van hun rekening kunnen halen.
Andorra is omwille van zijn skigebieden, middeleeuwse kerken en taksvrije winkels een populaire toeristische bestemming. Maar het land, dat geen lid is van de Europese Unie, is ook bij vermogenden uit de hele wereld bijzonder populair omwille van zijn bijzonder licht gereguleerde banksector.
Daardoor werden de banken in Andorra een trekpleister voor zwart geld en witwaspraktijken, al probeert de regering van het vorstendom momenteel buitenlandse financiële regulatoren uit alle macht van het tegendeel te overtuigen.
Crimineel geld
Vorige maand beschuldigde het Amerikaanse Financial Crimes Enforcement Network (Fincen), dat financiële criminaliteit moet bestrijden, de Banca Privada d’Andorra (BPA), de vierde grootste bank van het vorstendom, van witwaspraktijken.
De bank zou weinig interne controles hebben gedaan om die praktijken tegen te gaan en ook zouden een aantal hoge managers van de instelling zich hebben laten omkopen. Drie managers zouden criminelen uit Rusland, Venezuela en China geholpen hebben hun geld naar Andorra door te sluizen.
Eén dag later werden de drie geviseerde managers ontslagen en nam het vorstendom zelf de controle op de bank over. Joan Pau Miquel, chief executive van de bank, werd gearresteerd en verblijft momenteel in de enige gevangenis die het vorstendom rijk is.
Internationale banken verbraken onmiddellijk hun banden met de instelling. Daardoor moest de regering van Andorra een limiet instellen op de hoeveelheid geld die de inwoners van het land nog van hun rekening kunnen halen. Veel Andorrezen hebben de voorbije weken telkens het maximumbedrag van 2.500 euro afgehaald uit vrees dat de bank failliet zal gaan.
Hoewel de regering van het vorstendom zegt dat Banca Privada d’Andorra een geïsoleerd geval is, geloven financiële experts van het tegendeel. Als inderdaad blijkt dat nog andere banken in het vizier van internationale gerechtelijke onderzoeken komen, zou Andorra met een financiële ramp geconfronteerd kunnen worden.
De activa van de Andorrese banken staan gelijk met een zeventienvoud van de nationale economie. De banksector is verantwoordelijk voor één vijfde van het bruto binnenlandse product van het land.
Erger dan Cyprus en IJsland
Het actuele schandaal roept herinneringen op aan de crisissen in de bankensector van IJsland en Cyprus. Maar zelfs in die landen bezaten de banken niet zo’n grote activa in vergelijking met de rest van de economie. In tegenstelling tot Griekenland of Cyprus beschikt Andorra bovendien niet over een centrale bank die als redder in nood kan optreden.
Bovendien gebruikt Andorra de euro dan wel als informele munteenheid, maar aangezien het vorstendom geen deel uitmaakt van de eurozone, hoeft ook uit die hoek geen hulp verwacht te worden.
Ratingbureau Standard & Poor’s besloot half maart al dat het risico van de Andorrese financiële sector boven de verwachtingen was uitgestegen. Er werd geconcludeerd dat het voor de regering van Andorra, met een jaarlijks budget van 400 miljoen euro, bijna onmogelijk zou zijn om de Banca Privada d’Andorra te redden. De bank bezit activa ter waarde van 3 miljard euro.