Wat weten we over de eerste oceaantanker die ammoniak als duurzame brandstof gebruikt?

Ammoniak is een duurzame brandstof die volgens spelers in de scheepvaart te vaak over het hoofd wordt gezien. Een groep internationale scheepsbouwers en energiebedrijven probeert sinds vorig jaar de allereerste tanker te maken die volledig op ammoniak vaart. Kan de duurzame tanker het hoofdstuk van de vervuilende scheepvaart hoofdstuk helpen afsluiten?

Ammoniak (NH3) is een anorganische verbinding van stikstof en waterstof die redelijk beschikbaar is en makkelijk te produceren. Het is een gas zonder koolstofemissies en heeft daarom bijzonder veel potentieel als duurzame brandstof. En in tegenstelling tot andere duurzame energievormen, hebben we al veel ervaring met het gebruik van ammoniak dankzij de populariteit van het goedje in de kunstmestindustrie.

Er zijn al jarenlang studies die nagaan of ammoniak benut kan worden voor de opslag van overschotenergie die werd opgewekt met de wind en de zon. Via ammoniak zouden we die overschotten kunnen opslaan en later opnieuw gebruiken. In de praktijk zou zonne- of windenergie gebruikt worden om water te splitsen met een elektrolyse. Dat zou waterstof opleveren dat met stikstof in de lucht zou reageren om ammoniak te vormen, wat in vloeibare vorm op te slaan valt in een omgeving met temperaturen vanaf -33,4 graden Celsius. Die opgeslagen ammoniak kan dan later verstookt worden als duurzame brandstof. Dat zou een pak schoner zijn dan de stookolie waar schepen momenteel op varen.

De scheepsbouwsector ziet alvast potentieel in ammoniak om aardolie voorgoed opzij te zetten.

Internationaal gezelschap

Aan het begin van vorig jaar kwamen vier bedrijven samen om het eerste betaalbare schip te bouwen dat volledig op ammoniak zou varen. Het gaat om MISCBerhad, een Maleisische scheepsbouwer, Samsung Heavy Industries, de scheepsbouwtak van de Zuid-Koreaanse elektronicagigant, Lloyd’s Register, een Engelse organisatie die handelsschepen classificeert en MAN Energy Solutions, een Deense machineproducent die in het verleden vooral turbo en diesel behandelde.

Ingenieurs werken aan het Castor-project in Geoje, Zuid-Korea. Foto dankzij Lloyd’s Register.

Het internationale gezelschap kreeg dinsdag versterking van twee nieuwe partners. De maritieme havenautoriteit van Singapore en Yara International, een Noorse producent van kunstmeststof sloten zich aan bij het initiatief. Het project heeft nu alle troeven in handen om uit te monden in een succes. Maar hoe staat het eigenlijk met het project zelf?

Het Castor-initiatief

Tot deze week had het project nog geen naam. Nu heet het officieel ‘The Castor Initiative’. Met dit project willen de zes partners ammoniakschepen gaan afleveren die de wereld van de scheepvaart op het duurzame pad moeten zetten. Nu de haven van Singapore en Yara zich ook aansloten, heeft het project spelers van alle verschillende velden van de scheepvaart in het project zitten. Yara heeft al ervaring met alternatieve, duurzame energieprojecten en de haven van Singapore zal haar onderzoeksfaciliteiten openstellen voor de ontwikkeling van ‘Castor’-ontwerpen.

Een ingenieur van het Castor-project in Geoje, Zuid-Korea. Foto dankzij Lloyd’s Register.

De ambities van de partners zijn bijzonder groot. De partijen kwamen naar eigen zeggen samen omdat er volgens hen duidelijk leiderschap ontbreekt in de maritieme sector als het gaat om de ontwikkeling van duurzame energie. Ze vrezen dat zonder leidend initiatief de CO2-doelen van 2050 niet gehaald zullen worden. Hun doel is om tegen 2030 al schepen op de oceaan te hebben die volledig emissievrij zijn. Op dit moment zijn er zo geen enkele.

Hoewel ammoniak een van de meest beloftevolle brandstoffen lijkt, zeggen de partners wel dat de scheepvaartsector verschillende opties moet blijven onderzoeken en overwegen. Ze hopen ook dat hun partnership andere samenwerkingen in de industrie kan uitlokken. Dat is dan ook broodnodig. Meer dan drie procent van alle CO2 die jaarlijks de atmosfeer binnendringt, is afkomstig van de scheepvaart.

Lees ook:

Meer