In de Verenigde Staten is de wapenverkoop tot een nieuw recordniveau opgelopen. Er moet een duidelijk verband worden gelegd met de uitbraak van de coronapanademie en de maatschappelijke en politieke onrust die de Amerikaanse samenleving de voorbije maanden heeft getekend. Dat blijkt uit een onderzoek onder leiding van wetenschappers aan de Northwestern University, gebaseerd op een enquête rond de jaarwisseling bij ongeveer 25.000 Amerikaanse burgers.
Het Federal Bureau of Investigation (FBI) diende voor de aanvraag van nieuwe wapenvergunningen het voorbije jaar 21 miljoen achtergrondcontroles uit te voeren. Dat is een nieuw record. Het vorige record dateert van vijf jaar geleden, toen 15,7 miljoen controles werden geregistreerd.
Pieken
De onderzoekers stelden vast dat 36 procent van de ondervraagden aangeeft het voorbije jaar een vuurwapen te hebben gekocht. Angst voor criminaliteit was ook vorig jaar voor Amerikanen de belangrijkste reden om zich een wapen aan te schaffen. Toch verwees bijna een derde van alle respondenten ook naar de uitbarsting van de coronacrisis en de presidentsverkiezingen.
Een eerste piek in de wapenverkoop werd opgetekend in maart, toen de coronapandemie zich voor de eerste keer sterk liet voelen. Nadien kende de verkoop nog een volgende hoogtepunt tijdens de maand juni, die door de protesten van de beweging Black Lives Matter werd gekenmerkt.
‘Deze gebeurtenissen bleken gevoelens van onzekerheid en dreiging te veroorzaken,’ benadrukt onderzoeksleider James Druckman, professor politieke wetenschappen aan het Institute for Policy Research (IPR) van de Northwestern University. ‘De aankoop van een wapen leek daarbij enige zekerheid te bieden.’
Het onderzoek bracht verder nog een aantal vaststellingen naar voor. Bij republikeinse supporters lag de aankoop van wapens dubbel zo hoog dan bij hun democratische tegenhangers. Personen die eerder door het virus Covid-19 besmet waren geraakt, toonden eveneens een grotere neiging een wapen te kopen dan de rest van de bevolking. ‘Blanken kochten in het algemeen meer wapens, maar bij de nieuwe wapenbezitters werden opvallend veel zwarten opgemerkt,’ werpt professor Druckman verder op.
Demonstraties
Ook deelnemers aan demonstraties toonden een grotere interesse in de aankoop van wapens. Burgers die deelnamen aan protesten tegen het politiegeweld of bijeenkomsten ter ondersteuning van toenmalig president Donald Trump bijwoonden, bleken beduidend meer geneigd een wapen te kopen dan de rest van de bevolking.
Bij de betogers tegen politiegeweld of racisme gaf 13 procent toe een vuurwapen te hebben gekocht. Onder de deelnemers aan bijeenkomsten ter ondersteuning van president Trump, protesten tegen de opgelegde corona-beperkingen of verzet tegen de uitslag van de presidentsverkiezingen liep dat cijfer echter op tot 23 procent.
De bescherming tegen criminaliteit was met een score van 70 procent de belangrijkste reden voor de aankoop van een vuurwapen, gevolgd door sport (35 procent) en jacht (25 procent). ‘Vorig jaar werden echter ook een aantal specifieke redenen genoemd,’ getuigt James Druckman. ‘Daarbij werd onder meer gewezen naar de corona-lockdowns (16 procent), een bescherming tegen een ongewenste inmenging van de overheid (15 procent) en de presidentsverkiezingen (14 procent).’
Het grootste deel van de aankopen werd gedaan door personen die al in het bezit van een ander wapen waren, maar bij 24 procent van de klanten was er toch sprake van een eerste aankoop. ‘Deze groep bleek zich vooral zorgen te maken over een aantal gebeurtenissen,’ zegt Druckman nog.
‘Daarom bleken ze vaak ook niet in de traditionele demografieën van de wapenbezitters te passen. Onder meer burgers die gewag maakten van extreme stress, toonden zich sneller geneigd om voor de eerste keer een wapen te kopen. Dat geldt ook voor personen met een jaarinkomen van minstens 200.000 dollar.’