Context: Om de pensioenen van de zelfstandige een boost te geven, heeft de federale regering twee jaar geleden de correctiecoëfficiënt afgeschaft.

• Tot 2021 telde slechts 69 procent van het jaarinkomen van een zelfstandige mee voor de berekening van het pensioen. Die correctiecoëfficiënt werd in de jaren 80 ingevoerd om rekening te houden met de lagere bijdrage van zelfstandigen aan de sociale zekerheid in vergelijking met werknemers.
• Omdat de sociale bijdragen intussen ongeveer gelijk getrokken zijn, besliste de regering om komaf te maken met de berekeningswijze.

Opgelet: De nieuwe regeling geldt voor alle zelfstandigen die sinds 1 januari 2022 genieten van een rustpensioen, overlevingspensioen of overgangsuitkeringen. De afschaffing wordt toegepast op de zelfstandige inkomsten sinds 1 januari 2021.

• Voor de jaren tot en met 2020 wordt het pensioenbedrag dus wel nog volgens de oude regeling, mét correctiecoëfficiënt, berekend. Dat is slecht nieuws voor wie al een tijdje aan de slag als zelfstandige.
  • Zo wordt de nieuwe berekeningswijze slechts op één loopbaanjaar toegepast voor een zelfstandige die op 1 januari 2022 met pensioen is gegaan.

Duizenden euro’s meer pensioen per jaar

Impact: Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) berekende destijds hoe groot de impact van de afschaffing van het correctiecoëfficiënt is.

• Voor een alleenstaande zelfstandige met een jaarinkomen van 45.000 euro zal er per loopbaanjaar 201 euro extra aan pensioenrechten bijkomen. Voor de zelfstandige die in 2022 start en een loopbaan van 45 jaar vervolmaakt, zal die pensioenbonus oplopen tot 9.045 euro, oftewel 753,75 euro extra pensioen per maand.