Accountants zien en willen het anders

Geschreven met branded content van Tuerlinckx Tax Lawyers 

Accountants en belastingconsulenten staan zwaar onder druk volgens Jan Tuerlinckx, advocaat-vennoot van Tuerlinckx Tax Lawyers (tevens ook bestuurder van WeLearn) en Nick Verheyden, voorzitter van de beroepsvereniging WeLearn. Ze vinden dat de lijst met grieven elk jaar langer wordt en om de belangrijkste pijnpunten onder de aandacht te brengen, hebben ze besloten de handen in elkaar te slaan en een gestructureerde nota de wereld in te sturen. Na die te hebben ingekeken zaten we met het tweetal voor een gesprek rond de tafel.

De bal ging eigenlijk aan het rollen toen minister van Financiën Vincent Van Peteghem en FOD Financiën een enquête rond aangiftetermijnen naar de sector stuurde. WeLearn en Tuerlinckx Tax Lawyers vonden deze te beperkt opgesteld en deden een eigen meer diepgravende bevraging van de sector. Ze vreesden immers dat de fiscus en andere betrokkenen op basis van deze enquête geen goed beeld zou krijgen van wat er vandaag allemaal speelt. 

Het resultaat van hun rondvraag was een lijvige nota van 46 pagina’s die op 15 juli naar de betrokken politici, de pers en andere geïnteresseerden werd gestuurd. Op de volgende link vindt u de publicatie met als titel ‘structurele nota omtrent de problematiek van de aangiften in de directe belastingen’ terug. Een verkorte versie kunt u hier vinden. Het is uiteindelijk een analyse geworden van zowat alle problemen waar boekhouders tegen aankijken aangevuld met een hele resem beleidssuggesties. De bedoeling van deze nota is een uitgangspunt tot dialoog te hebben en uiteindelijk een partnership met de overheid te kunnen vormen om tot constructieve oplossingen te komen.

Dankzij enquête

De Federale Overheidsdienst Financiën (FOD Financiën) stak het vuur aan het lont door accountants en belastingconsulenten te bevragen rond de aangiftetermijnen. ‘Het is niet ondanks maar dankzij die enquête dat we de nota hebben gemaakt. Het is een concrete aanleiding geweest. En uit onze bevraging is tot uiting gekomen dat de realiteit veel breder is. We zijn overspoeld door opmerkingen van leden en we merkten dat er veel frustraties uit het middenveld naar de oppervlakte is zijn gekomen. Het sluimerde immers al geruime tijd bij onze leden en ze hebben dan ook enorm veel input gegeven’, benadrukt Jan Tuerlinckx. 

En Nick Verheyden vult aan dat de sector al jaren in het hoekje zit waar de klappen vallen. ‘En desondanks wordt er hard gewerkt om alle deadlines te kunnen halen. Maar ergens moet die wildgroei wel een halt worden toegeroepen. Elke accountant of belastingconsulent die een praktijk runt, heeft met dezelfde problematiek af te rekenen. Probleem is dat velen te weinig tijd hebben om hun ideeën naar voor te brengen. En wij vonden de tijd rijp om er iets aan te doen. We zijn een belangenvereniging en moeten voor de belangen van onze leden opkomen met deskundigheid, waardigheid en in een coöperatieve sfeer.’ Tuerlinckx voegt er aan toe dat het geen kritieknota betreft. ‘Onze doelstelling is om de problemen op een gestructureerde manier naar voor te brengen en aan te tonen dat het op een andere manier kan, met beleidssuggesties.’ 

Het valt allemaal wel mee (of toch niet)

Als de goegemeente naar belastingaangiftes kijkt dan is de algemene perceptie dat accountants tijd genoeg hebben om ze tegen het najaar in te dienen. Dat moet toch lukken? Tuerlinckx merkt echter op dat een kantoor per jaar tussen de 80 en 120 harde deadlines op het vlak van aangiftetermijnen heeft. ‘Een accountant heeft daarenboven veel meer petten op dan vroeger en is onder meer bedrijfsconsulent geworden en moet mee waken over de liquiditeit en solvabiliteit van een vennootschap. Hij of zij heeft ook een politionele taak via de witwaswetgeving en in de covidperiode heeft de accountant de verantwoordelijkheid gekregen om de subsidies in goede banen te leiden. En dat is maar een kleine greep uit het takenpakket.’ 

Verheyden treedt zijn confrater bij en onderstreept dat de druk op een accountantskantoor gigantisch is geworden en er een grote bezorgdheid heerst. ‘Veel kantoren kunnen geen nieuwe klanten meer aannemen. En het gaat niet alleen over particulieren die voor hun aangifte personenbelasting bij ons aankloppen maar ook steeds meer zelfstandigen in bijberoep en de vrees bestaat dat binnenkort ook vennootschappen en zelfstandigen in hoofdberoep aan het rijtje zullen kunnen worden toegevoegd. Dit laatste zou rampzalig zijn. Tegelijkertijd worden te weinig mensen door het beroep aangetrokken en zoeken steeds meer werknemers andere oorden op. En als ze onze sector verlaten dan stoppen ze ook definitief. De accountant is al 20 jaar een knelpuntenberoep en het wordt alleen maar erger.’ Tuerlinckx duidt bovendien aan dat frustraties de overhand beginnen te nemen. ‘We proberen echter op een positieve en constructieve manier de problemen aan te kaarten.’ 

Complexiteit en deadlines

De voorzitter van de beroepsvereniging WeLearn, Nick Verheyden wil ook nog even terugblikken op de aangiftetermijn. ‘Voorheen hadden we tot eind oktober voor de aangifte personenbelastingen maar op 10 april 2022 is aangekondigd dat het dit jaar 1 maand vroeger moet. Men moet zich echter realiseren dat we daar pas vanaf zo’n 20 juli kunnen aan beginnen. Alle vennootschappen die op 31 december afsluiten moeten immers jaarrekeningen neerleggen, verslagen van algemene vergaderingen opmaken, enzovoort en van maart tot juni zijn we daar full time mee bezig. En eenmaal juli zijn onze mensen zo goed als uitgeteld en hebben ze recht op vakantie. Eigenlijk hebben we dus slechts tijd van begin augustus tot die deadline van eind september: anderhalve in plaats van twee en een halve maand.’ Hij duidt ook aan dat de termijn voor de aangifte vennootschapsbelasting is verlengd hoewel de sector geen vragende partij was. 

En Verheyden wijst nog op enkele problemen. ‘Het inkorten van deadlines en processen digitaliseren en automatiseren zijn goed maar de overheid is er zelf niet klaar voor. Hun toepassingen werken vaak niet of onvoldoende en al te vaak verwacht men van ons dat we alle bugs aanduiden.’ Jan Tuerlinckx voegt eraan toe dat de verschillende ministeries bovendien onvoldoende onderling communiceren. Hij wijst daarnaast ook op de complexiteit van de aangifte, zelfs voor mensen met kennis van zaken. ‘Recent zijn allerhande stimuli naar de aangifte personenbelasting verschoven waardoor het geheel te complex is. We zijn voorstander om alles te vereenvoudigen zodat meer mensen in staat zijn om eigen aangifte in te dienen.’ 

Wetgever moet duit in het zakje doen

Volgens de advocaat-vennoot van Tuerlinckx Tax Lawyers moeten we het pad, zoals in Nederland het geval is, bewandelen. ‘Er wordt niet meer gesproken over een belastingplichtige maar over een klant of cliënt. Ook in ons land, na de contacten die we met het hoofdbestuur van FOD Financiën belastingen hebben gehad, is men van plan om die wijziging door te voeren. Men begrijpt dat men veel meer naar een coöperatief model moet. En het is ook aan het middenveld om hieromtrent input te geven.’ Verheyden is het daar mee eens maar wijst ook naar de wetgever die het over een andere boeg zou moeten gooien. ‘Het is toch hoogst opmerkelijk dat de fiscale wetgeving voor inkomsten die men dit jaar boekt nog tot 31 december kan worden gewijzigd. Waarom kan dit niet een jaar eerder gebeuren? Een nieuwe wet, die trouwens door de politieke versnippering niet altijd even duidelijk is opgesteld, moet dan door de fiscus nog worden geïnterpreteerd en toegepast: deze administratieve vertaling moet dan ook nog digitaal worden omgezet. Dit hele proces moet op 4 maanden gebeuren, ontzettend kort.’ 

En de accountant is evenmin te spreken over de aanhoudende wetswijzigingen. ‘De laatste jaren is er heel wat wetgeving herschreven zoals de wet op de vennootschappen en verenigingen en was er het zomerakkoord dat heel wat ingrijpende fiscale wijzigingen met zich heeft meegebracht. Naast het vele werk en de talloze deadlines moeten we daarenboven onze mensen nog opgeleid houden. Een oefening die bijna onhaalbaar is geworden.’

Doelstelling nota

Nick Verheyden laat echter de moed niet zakken en heeft als stille wens als volwaardige partner uitgenodigd te worden en constructief mee te werken aan oplossingen. ‘We hebben de hele Vlaamse sector achter ons waardoor men ons niet langer kan negeren. Wij zitten in een overlegorgaan waarin alle Vlaamse beroepsverenigingen vertegenwoordigd zijn en ze zien stilaan de nood om gezamenlijk naar buiten te treden. We willen een aantal puntjes op de i zetten want we hebben het gevoel dat de beleidsmakers onvoldoende voeling hebben met de praktijk zodat het moeilijk is om de juiste beslissingen te nemen.’ Tuerlinckx zit op dezelfde golflengte en hoopt op meer samenwerking. Hij vindt trouwens dat de nota mag aangevuld worden en staat open voor kritiek. ‘We willen een beweging in gang zetten. En tegelijkertijd verwachten we van de overheid openheid en dialoog. Als we op een gestructureerde manier informatie aanreiken dan twijfelen we er niet aan dat de overheid vragende partij zal zijn. Vroeger zijn er initiatieven geweest maar dat was meer op een schreeuwerige toon en wij willen het nu op een meer gedisciplineerde manier doen.’ Beiden hopen daarenboven ook dat het beroepsinstituut voor de sector, the Institute for Tax Advisors and Accountants (ITAA), die heel actief is in verschillende commissies rond nieuwe wetgeving en veel moeite doet om alles mee in goede banen te leiden, zal worden gehoord. 

Oplossingen

Zoals aangegeven in de inleiding schuift het tweetal ook heel wat oplossingen naar voor. Vanaf pagina 40 in de nota staan ze in het hoofdstuk ‘Mogelijke lange termijn-oplossingen’. Het gaat van een versnelde beschikbaarheid van de applicatie Biztax tot een voorstel van vereenvoudigde aangifte, een verlenging van de bezwaartermijn en een constructievere houding van FOD Financiën. Nick Verheyden voegt er echter aan toe dat de digitalisering op vele vlakken zit maar er voor aangiftes slechts één oplossing is: de wetgeving vroeger definitief maken zodat die softwareleveranciers vroeger hun toepassingen kunnen schrijven. ‘Zodat op 1 januari van het aanslagjaar die toepassingen opengezet kunnen worden. Dat verlengt de termijn met 5 maanden.’ Jan Tuerlinckx ziet veel heil in het meer begeleiden van de belastingsplichtige en een efficiëntere overheid. ‘Deze laatste beschikt vandaag al over ontzettend veel data maar slaagt er enerzijds niet in om al die beschikbare informatie door te sluizen naar de aangiftes zelf en anderzijds dat op een correcte wijze te doen want 10 tot 25% van de voorafingevulde aangiftes die naar de belastingplichtige worden gestuurd, zijn foutief. Dit proces verbeteren, zou al een uitstekende manier zijn om vooruit te gaan. Voor bijkomende efficiëntie zou de toepassing van het only once-principe moeten zorgen: de burger moet maar één keer informatie aanleveren en de overheid moet die informatie dan overal kunnen delen waar nodig. Dataclustering is ongetwijfeld de toekomst.’ 

Met enkele kleine, praktische wijzigingen zullen al veel grieven kunnen worden weggenomen. Het is echter duidelijk dat ook aan lange termijn-oplossingen moet worden gewerkt en dat naar een partnership tussen de sector, de fiscale administratie en de wetgever moet worden gestreefd, besluit het tweetal.

Meer