Een vliegtuigpassagier heeft vorig jaar gemiddeld twee keer zoveel emissies veroorzaakt dan het jaar voordien. Dat blijkt uit een studie van de Amerikaanse transportspecialist Michael Sivak. Voor die plotse toename kunnen volgens Sivak verschillende verklaringen worden gegeven, maar die kunnen zelf wel allemaal aan de uitbraak van de coronacrisis worden gelinkt.
“Door de uitbraak van de coronacrisis heeft de luchtvaart vorig jaar veel minder passagiers vervoerd dan de jaren voordien”, verduidelijkt Michael Sivak. “Vliegtuigen hadden beduidend minder passagiers aan boord.”
Bezettingsgraad
“Gemiddeld waren vorig jaar slechts 58,9 procent van de vliegtuigzetels ingenomen, tegenover een bezettingsgraad van 85,1 procent het jaar voordien”, merkt de Amerikaanse transportspecialist op.
“Dit betekende dat bij de berekening van de ecologische impact van een vlucht echter ook dat de uitstoot van het toestel over een kleiner aantal passagiers moest worden verdeeld. Hierdoor liep de ecologische voetafdruk van de gemiddelde passagier sterk op.”
“Verder bleek dat de daling van het aantal passagiers door de uitbraak van de pandemie verscheidene luchtvaartmaatschappijen heeft aangezet om kleinere vliegtuigen in te zetten”, zegt Sivak nog. “Daardoor kon de bezettingsgraad wel worden opgevoerd, maar anderzijds moest er aan brandstof-efficiëntie worden ingeboet.”
De luchtvaart liet volgens de berekeningen van Sivak het voorbije jaar een energie-intensiteit van gemiddeld 4.423 British thermal units (btu) per passagier-mijl optekenen. Het jaar voordien was nog een score van 2.219 btu opgetekend.
Daarmee kwam ook een einde aan een lange periode waarin de luchtvaart een onophoudelijk dalend energieverbruik kon laten optekenen. Tien jaar geleden was nog een niveau van 2.588 btu geregistreerd.
Autoverkeer
“Verder heeft de uitbraak van de coronapandemie voor nog een opmerkelijk fenomeen gezorgd”, benadrukt Sivak nog. “Er moest immers worden vastgesteld dat het vliegtuig opnieuw een hogere energie-intensiteit kende dan de auto.”
“Tot voor enkele decennia liet de luchtvaart traditioneel een hogere energie-intensiteit optekenen een personenauto of een bestelwagen. In het midden van de jaren negentig kon daarbij echter een ommekeer worden vastgesteld.”
Tien jaar geleden lieten personenwagens en lichte vrachtwagens nog een gemiddeld energieverbruik van 3.068 btu per passagier-mijl optekenen. Daardoor was het vliegtuig op dat ogenblik al 16 procent zuiniger geworden dan het autoverkeer.
Die kloof was twee jaar geleden al tot 25 procent opgelopen. Het voorbije jaar bleek het vliegtuig echter opnieuw 29 procent minder energie-efficiënt dan het autoverkeer.”