De Olympische Spelen komen dichter en dichter. Hoewel het een turbulent jaar was voor heel de sportwereld, lijkt het dit jaar toch door te gaan. Vandaag testte echter een drager van de Olympische toorts positief op Covid-19. De zoveelste tegenslag voor het grootste sportevenement van de wereld.

De organisatie liet weten dat het gaat om een dertigjarige man. Hij was lid van het team dat op het Japanse eiland Shikoku de Olympische vlam moest ronddragen. Verder is er geen informatie vrijgegeven, dus er is geen zekerheid of hij de toorts wel degelijk in zijn handen heeft gehad.

Stilte voor de storm?

Officieel is de man het eerste positieve geval die men kon linken aan de olympische estafette. De organisatie laat nu weten dat ze er alles aan doen om de nodige maatregelen in werking te stellen zodat alles veilig en vlot kan verlopen. Hoewel het ronddragen van de toorts een uniek evenement is, laten de omstandigheden het niet toe om toeschouwers aanwezig te laten zijn.

In totaal zijn er 10.000 verschillende toortsdragers die elk een deel van het parcours afleggen. Enkele steden hebben al laten weten dat de Olympische vlam niet welkom is. Ze willen het risico niet nemen omdat ze niet kunnen garanderen dat ze de toeschouwers op een veilige afstand kunnen houden. Zo is het maar de vraag of de vlam uiteindelijk zal aankomen.

De coronacijfers in Japan gaan opnieuw in stijgende lijn en met de Olympische Spelen in het vooruitzicht, is dit enorm slecht nieuws.

De tegenslagen blijven maar komen…

De Olympische Spelen hebben dit jaar al heel wat controversen gekend. Het begon allemaal toen de editie van 2020 een jaar werd opgeschoven. Daar kon de organisatie in principe weinig aan veranderen en bleek achteraf ook de juiste keuze. Toen ging de bal aan het rollen.

Het hoofd van het organiserend comité, Yoshiro Mori, nam zelf ontslag nadat een seksistische uitspraak over vrouwen de wereld rondging. ‘Vrouwen praten te veel tijdens belangrijke meetings’; duidelijke taal van de Japanse topman. Toen belangrijke sponsoren zich begonnen moeien, had Yoshiro Mori geen andere keus dan zelf op te stappen.

Een week later werd Fukishima opgeschrikt door een aardbeving met een kracht van 7,1 op de schaal van Richter en een epicentrum van 54 kilometer. De schok was te voelen was tot in hoofdstad Tokio. Hierdoor dikte het enorme prijskaartje van 20 miljard euro nog wat aan. Omdat er nog maar eens geld geïnvesteerd werd in de Olympische Spelen, in plaats van de lokale infrastructuren die door de aardbeving vernietigd waren, ontstond er een nationale discussie in het land. Zo kwam de organisatie nog maar eens in een slecht daglicht te staan.

Natuurlijk mogen we de coronacrisis niet vergeten. Aan het begin van deze maand lieten experts nog weten dat ze liever nog een jaar uitstel zien. Er is nog maar 2 procent van de gehele Japanse bevolking ingeënt terwijl dat 50 tot 70 procent zou moeten zijn om het evenement veilig te laten verlopen. Er wordt verwacht dat de stijgende cijfers zullen blijven stijgen, en dat de piek zal liggen in juli, wanneer de Spelen dus bezig zijn.

(jvdh)