In de Verenigde Staten bereikte de olieproductie vorig jaar een gemiddeld niveau van 11,3 miljoen vaten per dag. Dat betekende een daling met 8 procent tegenover het jaar voordien. Dat blijkt uit een rapport van de Amerikaanse Energy Information Administration (EIA). Gewag wordt gemaakt van de grootste jaarlijkse terugval uit de geschiedenis van de Amerikaanse oliesector.
Twee jaar geleden bereikte de Amerikaanse olieproductie nog een absoluut record van gemiddeld 12,2 miljoen vaten per dag. De achteruitgang het voorbije jaar moet volgens het rapport worden toegeschreven aan een verminderde booractiviteit, die het gevolg was van de lagere prijzen op de wereldwijde oliemarkt.
Pandemie
‘In januari vorig jaar werd in de Verenigde Staten nog een absolute piekproductie van 12,8 miljoen vaten per dag gehaald’, aldus het rapport. ‘Twee maanden later kenden de prijzen op de internationale oliemarkten echter een sterke terugval.’
‘Dat was te wijten aan de plotselinge daling van de vraag naar petroleum onder invloed van de uitbraak van de coronapandemie. Maatregelen om de verspreiding van het virus in te dammen, brachten immers grote delen van de wereldwijde economie nagenoeg tot stilstand. Dat had ook zijn impact op de vraag naar petroleum.’
‘Vele exploitanten zagen zich door de dalende vraag naar petroleum verplicht om een reeks bronnen te sluiten’, aldus het Amerikaanse energiebureau. ‘Bovendien werden vaak ook de plannen voor de opstart van nieuwe boorputten opgeschort.’
‘Die beslissingen zorgden ervoor dat de activiteit van de belangrijkste olieproducerende regio’s sterk werd verminderd. In mei was de gemiddelde productie in de Verenigde Staten teruggebracht tot 10 miljoen vaten per dag. Dat was het laagste niveau van het hele jaar.’
Het rapport toont dat Texas ook vorig jaar veruit de grootste olieproducent van de Verenigde Staten bleef. De staat was immers verantwoordelijk voor 43 procent van de totale nationale productie. De oliewinning bereikte in Texas vorig jaar een gemiddelde van 4,87 miljoen vaten per dag. Dat betekende echter wel een achteruitgang met 4 procent tegenover het jaar voordien, toen een absoluut record van 5,07 miljoen vaten per dag was gemeld.
Orkanen
De sterkste terugval in volumes werd opgetekend in de offshore-oliewinning in de Golf van Mexico. Daar werd het voorbije jaar nog een gemiddelde productie van 1,65 miljoen vaten per dag geregistreerd. Dat betekende een achteruitgang met 245.000 vaten – een verlies van 13 procent – tegenover het jaar voordien.
Die sterke terugval werd mede veroorzaakt door een reeks orkanen en tropische stormen die het gebied het voorbije jaar troffen. Die omstandigheden dwongen de operatoren hun boorplatformen te evacueren en de productie stop te zetten.
In North Dakota viel de ontginning met 242.000 vaten per dag terug. Dat betekende een achteruitgang met 17 procent tot 1,18 miljoen vaten per dag. Procentueel kende Oklahoma de grootste daling. De productie haalde er nog een niveau van 469.000 vaten per dag. Dat was 19 procent minder dan het jaar voordien.
New Mexico liet anderzijds de grootste productiestijging optekenen. Daar was er sprake van een toename met 15 procent tot 1,04 miljoen vaten per dag. Die groei was te danken aan het Perm Bekken, dat zich over het westelijk deel van Texas en het oosten van New Mexico uitstrekt.
(tb)