Een microrobot die een laserstraal met grote snelheid en over een grote oppervlakte kan bewegen zou minimaal invasieve chirurgie preciezer kunnen maken. Dat concluderen onderzoekers van het Wyss Institute aan Harvard University, een instituut dat zich bezighoudt met het ontwikkelen van apparaten voor onder andere de gezondheidszorg.
Minimale invasieve chirurgie is een verzamelnaam voor chirurgische ingrepen waarbij slechts een heel klein sneetje in de huid gemaakt wordt, en er dus minder schade optreedt aan onder andere spieren en pezen. Hierdoor herstellen patiënten vaak sneller. Een probleem bij dit soort ingrepen is dat de chirurg minder zicht en beweegruimte heeft.
Daarom hebben de instrumenten voor dit soort operaties vaak heel flexibele uiteinden, waaraan een energiebron gekoppeld kan worden om met het gebruik van hitte in weefsel te kunnen snijden of een interne bloeding te stoppen. Nu wordt die energie vaak getransporteerd via kabels of elektroden, maar die energiebron moet zich dan vaak dicht bij het uiteinde van het instrument bevinden. Dit zorgt ervoor dat chirurgen minder precies kunnen werken.
Het gebruik van een laser zou volgens onderzoekers van het Wyss Institute een oplossing kunnen bieden. Zij hebben een microrobot ontwikkeld die een laserstraal kan besturen – en dat allemaal in een minuscuul pakketje van 6 bij 16 millimeter. De microrobot kan worden geïntegreerd in bestaande instrumenten.
