In Denemarken krijgen schoolkinderen wekelijks een uurtje empathieles. Zich leren verplaatsen in de situatie van een ander en met een open blik naar de wereld kijken, is er even belangrijk als wiskundige sommen of taal onder de knie krijgen. Een aanpak die we het best linea recta naar onze klassen kunnen doortrekken?
Als op één na gelukkigste land ter wereld heeft Denemarken duidelijk een stapje voor op België. Niet dat wij het er hier zo slecht van afbrengen. Het World Happiness Report – dat 156 landen rangschikt volgens hun geluk en welzijn – plaatste ons land eerder dit jaar op de achttiende plek. Niets om ons over te schamen, al moest België in een jaar tijd wel twee treden op de geluksladder inleveren.
Denemarken bleef de laatste zeven jaar – sinds het bestaan van het rapport – tamelijk stabiel en kaapt steevast een plaats in de top drie weg. Wat is het geheim van de Scandinavische way of life? Wat kunnen wij leren van onze gelukkigere medemens in het Hoge Noorden? Misschien schuilt het antwoord wel in onze kinderjaren. Want de Deense levenswandel ziet er al vanop de schoolbanken een stuk anders uit.

Klassen Tid: gesprek en cake
Het Deense onderwijssysteem verschilt op meerdere vlakken van het onze. Leerkrachten trekken er vaker opuit met hun leerlingen, het leren gebeurt vaak in de openlucht … En ook op sociaal-emotioneel vlak zijn er opvallende verschilpunten. Zo is aandacht voor empathie in Deense scholen een absolute prioriteit. Sinds 1993 is een wekelijks uurtje empathietraining, ook wel ‘Klassen Tid’ genoemd, er zelfs in de schoolwet opgenomen.
‘Tijdens dat uurtje besteden we aandacht aan de relatie tussen de klasgenoten’, verduidelijkt Iben Sandahl, psychotherapeute, voormalig lerares en coauteur van de internationale bestseller The Danish Way of Parenting. ‘Hoe voelt iedereen zich? Zijn er bepaalde spanningen of ruzies die besproken moeten worden? Wat kunnen kinderen zelf doen om tot een oplossing te komen? Zulke gesprekken dragen bij tot een positieve, hechtere klasomgeving, en daar plukt ieder kind de vruchten van.’
Dat wekelijks uurtje hygge – yes, er is zelfs taart bij – is net zo belangrijk als een lesuur wiskunde of taal. Bij die zestig empathische minuten blijft het trouwens niet. ‘De aandacht voor empathie loopt als een rode draad door het hele schoolgebeuren. Wat we onze kinderen willen meegeven, reikt verder dan het academische. Vertrouwen in je eigen potentieel en een actieve geest vormen de basis voor het vermogen om beslissingen te nemen. Empathie zit in heel wat verschillende domeinen vervat.’
De leerkracht heeft daarin een belangrijke sleutelrol te vervullen. ‘Kinderen empathie aanleren zit ook in de onderliggende toon en de manier waarop iedere leraar lesgeeft. Het is cruciaal dat leerkrachten op een authentieke manier voor de klas staan en vanuit hun persoonlijke empathische skills écht contact maken met hun leerlingen. Dat ze trouw blijven aan hun eigen persoonlijkheid en een soort van rolmodel worden.’
Werk aan de winkel
Empathie is meer dan aardig zijn voor elkaar. Het is ook iets heel anders dan sympathie. ‘Bij empathie kun je je inleven in de andere en connecteer je met het gevoel van de andere. Je voelt met de andere’, zegt Iben Sandahl. ‘Het gaat dus een stap verder dan sympathie. We worden allemaal geboren met het vermogen om empathie te ontwikkelen, maar die vaardigheid moet gevoed worden. Want om het gevoel van anderen te (h)erkennen, moet je zelf al flink wat gevoelservaring hebben. Die vaardigheid opbouwen start al in de wieg. Een ouder die zijn baby in de ogen kijkt, zijn hand vastneemt wanneer hij die uitstrekt, een diepe connectie maakt met zijn kind …’
‘Heel wat buitenlandse scholen leggen de nadruk op presteren, met punten en trofeeën voor de beste resultaten’
Als je kind zijn vleugels uitslaat richting de schoolbanken is dat proces nog niet afgerond. Integendeel. En net omdat kinderen zoveel tijd in het klaslokaal doorbrengen, is de schoolomgeving een ontzettend belangrijke leerschool. Precies daar wringt het schoentje. Enkele jaren geleden berichtte een grootschalige Amerikaanse studie van de University of Michigan namelijk dat het empathische vermogen van studenten met maar liefst 40 procent gedaald is vergeleken met de studenten van de jaren 80 en 90.
Extra aandacht voor empathie in het onderwijs is anno 2019 volgens Sandahl meer dan nodig. De Deense psychotherapeute ziet verschillende redenen die die dalende empathie kunnen verklaren. ‘Eerst en vooral speelt de opkomst van sociale media volgens mij een belangrijke rol. Wie vaak voor een scherm zit, heeft op dat moment geen echt contact met anderen. En laat interacties met anderen nu net een basisvoorwaarde zijn voor het ontwikkelen van empathie. Kinderen zijn trouwens niet als enigen aan het scherm gekluisterd. Ik zie bij heel wat ouders precies hetzelfde gebeuren. Met hun blik op hun telefoon of laptop gericht zijn ze simpelweg niet beschikbaar voor hun kind en kunnen ze het onmogelijk geven wat het nodig heeft.’
Samenwerken als sleutel
Ook in het beoordelingssysteem op de scholen ziet de Deense een belangrijke verklaring weggelegd. ‘Het valt me telkens weer op hoeveel nadruk heel wat buitenlandse scholen op presteren leggen. Met punten en trofeeën worden de beste resultaten gevierd en in de spotlights geplaatst.’

In Denemarken maken leerkrachten in de lagere klassen geen gebruik van puntenscores. Enkele keren per jaar worden ouders uitgenodigd voor een gesprek met de klasleerkracht. ‘Die gesprekken gaan vooral over attitudes. Kan het kind goed luisteren? Hoe is het in contact met anderen? Voelt het kind zich goed op school? Maakt het zijn huiswerk … De focus ligt dus niet zozeer op het cognitieve, wel op het algemene welbevinden. We weten namelijk dat een kind dat zich niet goed en onveilig voelt op school onmogelijk tot leren toekomt.’
Meer dan het ontwikkelen van individuele skills is collaborative learning belangrijk voor het ontwikkelen van empathie. ‘Ieder kind heeft een andere aanpak nodig. Vast staat dat luisteren en kennis vergaren zonder die in de praktijk toe te passen, niet werkt. Alleen door informatie om te zetten in iets begrijpbaars voor het kind, iets dat in zijn leefwereld past, zal kennis blijven hangen. Precies daarom is groepswerk zo interessant. Het brengt kinderen met verschillende sterktes en zwaktes samen en leert hen niet alleen samenwerken, maar ook hoe ze een ander iets kunnen bijbrengen. Verschillende studies tonen aan dat kinderen zo een veel diepere kennis vergaren. Het is een ontzettend belangrijke vaardigheid die hen ook in het professionele leven van pas komt. Want ook op de arbeidsmarkt is samenwerken met anderen, ondanks onderlinge verschillen, cruciaal.’
Minder pesten
Nieuw kunnen we de Deense schoolaanpak moeilijk noemen. Zelfs lang voor de invoering van de schoolwet was die aandacht voor het emotionele welbevinden evident. Al in teksten van 1971 klonk de nadruk op spelgebaseerd leren en het belang van proximale ontwikkeling. De centrale gedachte daarbij is dat kinderen ruimte nodig hebben om te kunnen groeien, en een helpende hand van tijd tot tijd.
Empathische tieners groeien vaker door tot succesvolle leiders, managers en ondernemers.
‘Die empathische, zorgende toon zit in onze cultuur ingebakken. School moet een plek zijn om te ontdekken, sociale én academische vaardigheden te ontwikkelen, relaties op te bouwen … Zo vaak wordt de schooltijd voorgesteld als iets dat hard en zwaar werk is, en dat is zo jammer.’ Dat die aanpak haar vruchten afwerpt, hebben meerdere studies intussen aangetoond en is voelbaar binnen de schoolmuren. ‘Het heeft een bewezen gunstig effect op pestgedrag. Kinderen leren elkaar beter begrijpen en hebben minder de neiging om zich met elkaar te meten, waardoor pesten minder voorkomt.’
Langer aan het werk
Ook op langere termijn brengt empathietraining enkele mooie voordelen met zich mee. Empathische tieners groeien vaker door tot succesvolle leiders, managers en ondernemers, zo blijkt uit onderzoek. ‘Kinderen die opgroeien in een klimaat van empathie, die zich gezien en serieus genomen voelen, nemen die sterke vaardigheden mee naar hun latere leven. Ze beschikken over een sterk ontwikkeld fundament, een stevige inner core, wat hen sterk en veerkrachtig maakt.’
Wie denkt dat de focus op empathie alleen bedoeld is om hen later te wapenen tegen de harde, koele arbeidswereld, heeft de boodschap niet helemaal begrepen. Terwijl functies als ‘chief happiness officer’ bij ons pas recent het licht zagen, is werkgeluk in Denemarken al langer een hot topic. Denen mogen zich dan ook de meest gelukkige werknemers ter wereld noemen. Maar liefst 56 procent van de werknemers geeft er aan zich elke dag gelukkig te voelen op het werk. Bij ons schommelt dat aantal rond 30 procent. Alweer een opvallend pak minder dus. Daar heeft het woord Arbejdsglaede veel mee te maken, nog zo’n Deens begrip dat we het liefst meteen naar de Dikke Van Dale zouden vertalen.

‘Een waardevolle werkomgeving waarbinnen werknemers hun persoonlijke vaardigheden kunnen gebruiken, is in Denemarken normaal. Net als een open communicatie. Denen zijn doorgaans erg open-minded én direct. Ook wanneer ze zich niet comfortabel voelen, zullen ze dat al snel aangeven.’ Deense werknemers blijken ook vaker bereid om langer professioneel actief te blijven. Dat is natuurlijk deels een feit van moeten. Maar terwijl bij ons de verhoging van de pensioenleeftijd op heel wat gemor onthaald wordt, lijken de Denen daar meer vrede mee te hebben.
‘Logisch. Wie werkt in een omgeving waarin hij zich gezien, erkend en gewaardeerd voelt, ervaart vanzelf een diepere connectie met het bedrijf. Voelen dat wat je doet zin en betekenis heeft, maakt dat velen zich niet klaar voelen om met pensioen te gaan.’

Empathie in het Belgische onderwijs: hoever staan wij?
Hoewel het Deense schoolsysteem onmiskenbaar heel wat troeven heeft, staat ook het onderwijs in eigen land niet stil. Onze scholen afschilderen als kil en onempathisch zou afbreuk doen aan al die leerkrachten die elke dag opnieuw met hart en ziel voor de klas staan. Wij vroegen een Vlaamse onderwijsexpert naar een empathische stand van zaken.
Laten we meteen met de deur in huis vallen. Schort er iets aan het empathische vermogen van onze Belgische kinderen?
Pedro De Bruyckere, pedagoog en onderzoeker aan de Arteveldehogeschool in Gent: ‘Ik ben liever voorzichtig met zulke uitspraken. Als we kijken naar onderzoeken in eigen land, merken we dat belangrijke elementen van empathie zeker aanwezig zijn, maar dat het vermogen om zich in te leven in een ander afhangt van het onderwerp. Op sommige thema’s scoren onze kinderen goed, op andere minder. Als het gaat om het inlevingsvermogen en verdraagzaamheid ten opzichte van holebi’s, doen onze jongeren het bijvoorbeeld zeer goed. Op het vlak van racisme zien we een positieve evolutie, maar is er nog een weg af te leggen. Op het vlak van pesten is er nog veel werk. Meisjes scoren doorgaans iets beter op het vlak van empathie. Dat klinkt als een torenhoog cliché, maar het klopt wel.’
Deense kinderen doen het duidelijk beter. Hoe verklaar je dat?
‘Denemarken is het op drie na meest empathische land ter wereld, zo blijkt uit onderzoek. Opvallend is wel dat landen die nog beter scoorden niet noodzakelijk empathielessen in het programma opnemen. De aandacht voor empathie in Denemarken reikt trouwens verder dan het wekelijkse uurtje ‘Klassen Tid’ op school. Die zorgende houding zit voor een stuk ingebakken in de Deense samenleving. Ligt die aandacht voor empathie op de schoolbanken daarbij aan de basis? Of is het net andersom? Het is moeilijk om te bepalen wat nu precies oorzaak en gevolg is.’

‘Maar dat aandacht voor empathie zinvol is, spreekt voor zich. Verschillende studies tonen aan dat het een positief effect heeft op het leervermogen. Het effect is weliswaar niet gigantisch groot, maar het is er wel. Empathie is een belangrijke softskill die ook in latere werksituaties belangrijk blijft. We mogen daarbij evenwel het cognitieve niet vergeten. Zeven op de tien Vlaamse jongeren geloven dat sociale vaardigheden voor het behalen van een topjob belangrijker zijn dan een diploma. Laten we duidelijk zijn. Softskills bieden een belangrijke meerwaarde op je diploma, maar zonder kennis en vaardigheden kom je nergens.’
Hoe uniek is die aandacht voor empathie op Deense scholen?
‘Als je kijkt naar wat in de Deense empathielessen aan bod komt, herken ik heel wat zaken die ook bij ons goed ingeburgerd zijn. Empathie zit vaak in kleine dingen. Klasgesprekken waarbij je leert om naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaars mening zijn – zeker in de basisschool – heel gewoon. Hoeveel leerkrachten starten de schooldag niet met een klassikaal kringgesprek? Ook verhalen, getuigenissen … laten leerlingen kennismaken met verschillende standpunten. Die aandacht voor empathie zit bij ons dan wel niet in een apart schoolvak vervat, maar ze is er wel. Er wordt alleen niet zo de nadruk op gelegd. Levensbeschouwelijke vakken zijn doorgaans heel dankbaar om te werken aan attitudes als empathie, maar al lang niet meer de enige momenten waarop leerkrachten daar vandaag werk van maken.’
‘Om het empathische vermogen van kinderen te stimuleren is het even belangrijk dat je een sfeer creëert waarin ze vrijuit kunnen spreken en zich veilig voelen. Projecten zoals Enable, waarbij kinderen opgeleid worden om een soort van bemiddelingsrol op te nemen bij conflicten, dragen daar zeker toe bij en kennen meer en meer succes. We kunnen dus niet zeggen dat ons onderwijs blind is voor het belang van empathie. Feit is wel dat die aandacht vermindert naarmate kinderen ouder worden. Daarin is Denemarken sterker, want ook in het secundair onderwijs wordt er bewust geïnvesteerd in empathielessen.’
‘Al beweegt er ook bij ons in het secundair het een en ander. Heel wat scholen hebben een pestbeleid, werken met meter- en peterstages waarbij de oudsten zich over de jongsten ontfermen … Dergelijke initiatieven zijn nooit expliciet op empathie gericht, maar hebber er wel een link mee. Denk ook aan de inleefstages, die de laatste jaren enorm populair zijn. Studenten nemen daarbij een rol met een bepaalde sociale verantwoordelijkheid op en leren zo anderen en de samenleving beter begrijpen. Steeds meer hogescholen en universiteiten zien de meerwaarde van dergelijke stages in en nemen ze op in het curriculum. Ook zulke initiatieven hebben onrechtstreeks met empathie te maken.’
Een ander belangrijk verschilpunt met de Denen is de manier van beoordelen. Staat ons competitieve puntensysteem het ontwikkelen van empathie in de weg?
‘Al zolang ik me herinner, zijn er overal ter wereld pleidooien voor de afschaffing van het puntensysteem. Feit is dat een cijfer een zeer vereenvoudigde vorm van feedback is, terwijl we weten dat uitgebreide feedback veel belangrijker is. Voorstanders van het klassieke puntensysteem schermen dan weer met woorden als pretpedagogie. Geen punten geven betekent niet per se dat er geen onderlinge competitie kan bestaan. In plaats van cijfers vergelijken leerlingen dan positieve commentaren met elkaar. Zelfs zonnetjes, bloemetjes en andere beoordelingen kunnen onderling vergeleken worden.’

‘Toch hoeven competitie en empathie elkaar niet noodzakelijk tegen te spreken. Het lijkt alsof die twee op het uiterste van het spectrum staan, maar ze hebben de term ‘gezonde competitie’ ook niet voor niets bedacht. Je kunt volgens mij perfect competitief zijn én een goed inlevingsvermogen hebben. Competitie kan trouwens ook eerlijk zijn, waarbij je rekening houdt met de ander en elkaar uitdaagt en vooruitduwt. We zien zelfs dat wanneer je het competitie-element volledig wegneemt, dat een mogelijk negatief effect heeft op jongens. Vooral in de puberteit kan er dan een soort van competitie in negatief gedrag ontstaan, zo toont onderzoek. Een gevecht om de aandacht door zich slecht te gaan gedragen.’
‘Punten zijn dus niet noodzakelijk negatief. Hoe een kind beoordeeld wordt – met cijfers of een ander systeem – is volgens mij niet zo doorslaggevend. Het belangrijkste is dat een kind goede feedback en begeleiding krijgt en het zich voldoende uitgedaagd voelt. Leerlingen kunnen ook met zichzelf een soort van competitie aangaan: zichzelf uitdagen om hun grenzen te verleggen. Feedback zoals ‘ik denk dat jij beter kunt’ is een goed voorbeeld van hoe leerkrachten daarop inspelen.’
De kwetsbare tienerjaren lijken me een periode waarin empathie extra belangrijk is. Met het invoeren van een empathieles garandeer je natuurlijk wel dat er voldoende aandacht voor is.
‘Maar dan bots je op onze vrijheid van onderwijs. Vlaanderen en Nederland kennen een van de meest vrije onderwijssystemen in Europa. De overheid kan opleggen om aandacht te besteden aan empathie – het interpersoonlijke is vandaag trouwens wel degelijk belangrijk in onze eindtermen – maar hoe scholen dat precies aanpakken, bepalen ze zelf. Dat zal wellicht ook altijd zo blijven.’
‘Van empathie een apart vak maken stoot bovendien ook op enkele praktische vragen. Empathie is een houding. Eraan werken is één ding, maar een bepaalde norm opleggen die iedere leerling moet bereiken lijkt me heel moeilijk. Hoe ga je dat meten? Denk ook even terug aan de commotie die ontstond bij het voorstel om een lesuur godsdienst af te staan in ruil voor een uur levensbeschouwing, ethiek en filosofie. Zulke maatregelen raken aan de vrijheid van onderwijs en zullen altijd heel wat kritiek oogsten.’
In hoeverre is de aandacht voor empathie op onze scholen dan een zekerheid?
‘Tot voor de invoering van de nieuwe eindtermen voor de eerste graad van het secundair onderwijs – begin dit schooljaar – zaten vaardigheden zoals empathie vervat in ‘vakoverschrijdende eindtermen’. Critici gebruikten dan weleens het woord ‘weggeïntegreerd’, want eigenlijk was je er nooit echt zeker van hoe en in welke vakken deze attitudes precies aan bod kwamen.’
‘In de nieuwe eindtermen voor de eerste graad zijn die vakoverschrijdende zaken afgeschaft. Wat er voor de tweede en derde graad zal veranderen, zal in 2023 duidelijk worden. Door het wegvallen van vakoverschrijdende eindtermen moeten scholen nu zelf aangeven hoe aan welke vaardigheden gewerkt wordt. Of een vast lesmoment rond empathie per se nodig is, betwijfel ik. Veel van die elementen kunnen ook breder aanwezig zijn, maar dan moet je er wel zeker van zijn dat er effectief genoeg aandacht aan besteed wordt.’
‘Een van de grootste beperkingen van ons onderwijs is dat heel wat scholen zwarte dozen zijn’
‘De verschillen tussen scholen kunnen behoorlijk groot zijn in ons land. In het basisonderwijs leunen scholen nog vrij dicht tegen elkaar aan, maar in het secundair onderwijs zijn er op heel wat vlakken grotere verschillen. Dat is mede het resultaat van die grote vrijheden. Vrijheid is enerzijds absoluut een rijkdom, maar het is eveneens de reden waarom de ene school veel meer belang hecht aan empathie dan de andere.’
Moet er volgens jou iets veranderen aan de schoolaanpak?
‘Een van de grootste beperkingen van ons onderwijs is dat heel wat scholen zwarte dozen zijn, zowel voor ouders, onderzoekers als voor de overheid. Op geen enkel vlak heb je een haarscherp beeld van wat er binnen de schoolmuren gebeurt. Noch op het vlak van empathie, noch op cognitief vlak.’
‘Er zijn bovendien heel wat veranderingen op til. Dat scholen nu meer moeten verantwoorden hoe ze hun leerdoelstellingen proberen te bereiken, kan positief zijn, ook voor het trainen van empathie. Maar het omgekeerde is evengoed mogelijk. Ik denk daarbij aan de discussie over het invoeren van een centraal examensysteem. Zo’n standaardexamen kan enkel polsen naar zaken die meetbaar zijn. Daardoor kan de focus nog meer naar cognitieve zaken verschuiven, waardoor niet-meetbare vaardigheden zoals empathie onder druk komen te staan.’
‘Nogmaals, het aanbod rond empathie is er, maar het is momenteel dus erg versnipperd. Daarnaast mogen we niet vergeten dat bij het aanleren van attitudes zoals empathie ook andere factoren meespelen. Wat er op school gebeurt, kan zeker een invloed hebben, maar de thuissituatie speelt evengoed een belangrijke rol. En bij uitbreiding de hele village rondom het kind. Hoe meer die verschillende omgevingen eenzelfde visie uitdragen, hoe versterkender ze werken. Krijgen kinderen thuis een heel wat minder empathisch plaatje te zien, dan zal de invloed van een empathische school daardoor ook kleiner zijn.’

Hoe kun je als ouder nagaan of je school voldoende aandacht besteedt aan empathie?
‘Kinderen leren door wat ze zien. Om leerlingen empathie bij te kunnen brengen, is het belangrijk dat een school dus zelf voldoende empathisch te werk gaat. Ga na in welke mate de school én het schoolteam het goede voorbeeld geven. Een school met een goed zorgbeleid toont zich begaan met iedereen en heeft daarmee al een streepje voor. We zien gelukkig dat de aandacht voor zorg de laatste jaren sterk toegenomen is.’
‘Bekijk ook het schoolprogramma en pols naar het projectwerk. Wat zijn de belangrijke thema’s? Heel wat Vlaamse scholen werken met zogenaamde ‘leefsleutels’ rond sociaal-emotionele ontwikkelingsthema’s. Maakt de school gebruik van zo’n programma? Hoe pakken ze testen aan? Hoe belangrijk vinden ze het welbevinden van kinderen en vooral: hoe gaan ze dat na? Dat zijn stuk voor stuk belangrijke richtvragen die een goed beeld geven van de aanpak van de school.’