De strenge privacy regels die Apple binnenkort zal invoeren in de App Store van iOS missen hun effect niet. Developers gaan wanhopig op zoek naar manieren om het dreigende inkomstenverlies te compenseren. Intussen speelt concurrent Google verstoppertje voor de nieuwe privacylabels die al van kracht zijn in de App Store.

De nieuwe regels van Apple verplichten ontwikkelaars van apps en games om komaf te maken met zogenaamde IDFA’s. Dat zijn in essentie trackers die (geanonimiseerde) gegevens bijhouden van gebruikers. Dat is een goudmijn aan informatie voor adverteerders, die zo meer gerichte reclame kunnen afvuren.

Voor veel app-ontwikkelaars was het installeren van zo’n IDFA, en het vervolgens verkopen van de data, een belangrijke inkomstenbron. Dat Apple dat nu afsluit in naam van privacy, plaatst heel wat ontwikkelaars voor een groot probleem. En niet enkel de kleintjes.

Fel verzet van onder meer Facebook leidde er al toe dat Apple de invoering van de nieuwe regels uitstelde. Maar uitstel is geen afstel voor Cupertino, waar de hoofdzetel van de iPhone-maker is gevestigd. Het grote probleem is dat niemand weet hoe groot de impact van de nieuwe regels zal zijn op de markt van iOS-apps, die zo’n 500 miljard dollar waard is.

Niemand kan inschatten hoe groot de klap zal zijn. De adverteerders leggen de bal in het kamp van app-ontwikkelaars om een oplossing te vinden. En volgens de FT overwegen sommige ontwikkelaars een extreme en riskante oplossing. Die heet ‘device fingerprinting’. Die techniek laat toe om een individuele smartphone te identificeren, zelfs over verschillende apps. Zo blijft de ontwikkelaar op de hoogte van welke toestellen welke apps gebruiken. En dat blijft nuttige info voor bedrijven die gericht willen adverteren.

Lees ook:

• Apple verwijdert Fortnite volledig uit zijn App Store

Alleen: die techniek is strikt verboden in de App Store. Wie erop betrapt wordt, vliegt er dus onverbiddelijk uit. Het enige ‘voordeel’ voor developers die er zich toch aan wagen, is dat het uitermate moeilijk is om ‘device fingerprinting’ te achterhalen. En dus vermoeden privacy-activisten dat de maatregelen van Apple niet zullen beletten dat er nog aan tracking wordt gedaan in de App Store. ‘We zullen nog steeds apps zien die buiten de lijntjes kleuren. Wat je ook doet, er zijn altijd rotte appels’, zegt Andrés Arrieta van Electronic Frontier Founation aan de FT.

Privacyshaming met labels

In de aanloop naar de nieuwe regels voerde Apple wel al privacylabels in de App Store in. Ontwikkelaars moeten informatie verschaffen van hoe ze met data in hun app omspringen, en op basis daarvan voegt Apple een soort van informatiefiche toe die gebruikers uitlegt welke data de app in kwestie bijhoudt.

Dat leidde al tot de nodige consternatie. De gespecialiseerde blog 9to5mac zette al eens die fiches naaste elkaar voor de belangrijkste messaging-apps. Het contrast tussen een Signal, dat geen data bijhoudt, en Facebooks Messenger, dat een waslijst aan data oogst, is bijna komisch. En het wordt al helemaal ontstellend als je er het privacy-rapport van Facebook zelf bij neemt:

Een dergelijke publieke ‘shaming’ is natuurlijk bijzonder pijnlijk. Een andere techreus, Google, probeert dat voorlopig te vermijden. Google staat ook bekend als een grote dataverzamelaar, dus de kans is groot dat het bedrijf een even pittig rapport gepresenteerd krijgt.

De voorlopige oplossing? Geen updates voor Google-apps in de winkel van Apple. De privacy-informatie moet meegeleverd worden voor elke app-update sinds 8 december. Dus duwde Google er nog updates door op 7 december, en sindsdien bleef het stil in de App Store. Intussen kregen de apps van Google wel updates in de eigen app store, de Play Store voor Android.

Vroeg of laat zal Google wel updates moeten introduceren bij Apple. Vraag is of dit uitstel er is om de nodige aanpassingen te doen zodat het rapport niet zo slecht uitvalt als bij Facebook, of dat Google ook manieren zoekt om data te blijven binnentrekken zonder tegen de privacylamp van Apple te lopen.