Een spaarboekje brengt momenteel nauwelijks iets op. Maar beleggen zorgt bij veel mensen nog voor vraagtekens. Waarvoor kies je nu het best? Wat zijn de voor- en nadelen van zowel sparen als beleggen? In dit artikel zetten we het voor je op een rij.
Opbrengsten sparen
Wanneer je kiest voor een spaarboekje, weet je nog steeds precies waar je aan toe bent. Banken moeten momenteel minstens 0,01 procent basisrente en 0,10 procent getrouwheidspremie uitbetalen. Die rentes schommelen onder invloed van de algemene economische situatie en marktomstandigheden. Gaat het economisch minder goed, dan zijn de rentevoeten meestal eveneens lager.
Banken kunnen redelijkerwijs zelf hun rente bepalen. Ze moeten zich natuurlijk houden aan het wettelijke minimum en er is ook een maximale rentevergoeding. Ook de maximale rente kan wijzigen.
Basisrente
Basisrente is de vergoeding die een bank uitkeert voor elke dag dat je geld op hun spaarrekening staat. Op het einde van het jaar wordt berekend hoeveel dagen elke storting op je bankrekening stond. Basisrente geeft men weer in percentage op jaarbasis.
Getrouwheidspremie
Om een getrouwheidspremie te ontvangen, moet je geld minimaal twaalf maanden onaangeroerd op je spaarrekening staan. Haal je een deel van jouw geld vroeger van de rekening, dan verlies je voor dat deel het recht op de premie. Het is dus als het ware een beloning omdat je jouw geld op hun spaarrekening laat staan. Een getrouwheidspremie wordt drie of vier keer per jaar uitgekeerd.
Heb je meerdere spaarrekeningen binnen eenzelfde bank? Dan mag je maximum drie keer je geld van de ene naar de ander rekening overschrijven, zonder je getrouwheidspremie te verliezen. Daarna is dat wel het geval.
Aanbieder | Gratis advies | Bekijk alle voordelen |
Tip: 100% online, hoge opbrengst en beschermd tot € 100.000 per spaarder! | Berekenen | |
Tip: heel hoge rente! | Berekenen | |
Tip: uw geldreserve is altijd beschikbaar! | Berekenen |
Opbrengsten beleggen
De opbrengsten van beleggingen zijn helemaal niet te voorspellen. Het rendement van een belegging is volkomen afhankelijk van het type en de financiële markten op dat moment. Zo hebben aandelen over het algemeen een hoger rendement dan obligaties. Bij beleggen kan je gemiddeld genomen stellen dat de (soort) belegging met het hoogste rendement eveneens het meeste risico met zich meebrengt.
Hoe dan ook is de kans erg groot dat beleggen meer opbrengt dan een spaarboekje. Vooral als beleggers een beleggingshorizon van tien jaar of meer hebben, valt er vaak een mooi rendement op te strijken. Maar een potentieel verlies is ook nooit uit te sluiten.
Kosten sparen
In principe zijn er geen directe kosten verbonden aan een spaarrekening. Het kan dat je voor het openen van een spaarrekening eveneens een zichtrekening moet openen. Daar ben je in de meeste gevallen wel een maandelijkse bijdrage voor verschuldigd.
Kosten beleggen
Bij beleggen komen wel kosten kijken. Welke kosten dat precies zijn, hangt af van het soort belegging.
Kosten beleggingsfonds
- Instapkosten: dit zijn eenmalige kosten die je betaalt wanneer je een of meerdere deelbewijzen van een fonds koopt.
- Beheerskosten: die kosten betaal je jaarlijks. Ze worden verrekend in de koers van het fonds.
- Uitstapkosten: deze kosten moet je enkel betalen wanneer je vroegtijdig (= voor de einddatum) jouw deelbewijzen verkoopt. De kosten worden uitgedrukt als percentage van het bedrag van de verkochte deelbewijzen.
Kosten aandelen
- Beurstaks: wanneer je aandelen aan- of verkoopt, betaal je 0,35 procent beurstaks. Dat geldt overigens niet wanneer je aandelen koopt die voor het eerst op de beurs noteren. Daarover hoef je geen beurstaks te betalen.
- Makelaarsloon: banken of beursvennootschappen rekenen kosten aan om jouw aan- of verkooporders uit te voeren. Die kosten verschillen onderling heel erg. Aandelen die op een buitenlandse beurs noteren, brengen eventueel extra kosten en taksen met zich mee.
- Bewaarloon: aandelen worden bewaard op een effectenrekening bij een bank of beursvennootschap. Die rekenen daar meestal een bewaarloon voor aan. Ook dat bedrag verschilt onderling sterk.
Kosten obligaties
- Beurstaks: bij de aankoop van bestaande obligaties betaal je 0,12 procent beurstaks. Bij nieuwe obligaties hoef je die taks niet te betalen.
- Makelaarsloon: net als bij aandelen, rekenen banken en beursvennootschappen bij het aankopen van obligaties makelaarskosten aan. Die kosten zijn onderling erg verschillend. Ook obligaties die op een buitenlandse beurs noteren, brengen eventueel extra kosten en taksen met zich mee.
- Bewaarloon: eveneens hetzelfde als bij aandelen. Ze worden bewaard op een effectenrekening bij een bank of beursvennootschap. Die rekenen daar meestal een bewaarloon voor aan, dat onderling sterk verschilt.
Fiscaliteit
Wanneer je spaart, dien je over de eerste 960 euro aan interesten geen roerende voorheffing te betalen. Staat de rekening op naam van gehuwden of wettelijk samenwonenden? Dan ligt dat plafond op 1.920 euro per jaar. Verdien je meer met jouw spaargeld, dan moet je vijftien procent roerende voorheffing betalen op alle interesten die boven het plafondbedrag komen.
Heb je een niet-gereglementeerde spaarrekening? Dan geldt een uitzondering. Daarbij moet je namelijk dertig procent roerende voorheffing betalen over de complete rente.
Fiscaliteit bij beleggen is vele malen complexer. Het hangt ervan af op welke manier je precies belegt en wat jouw eigen situatie is.
Wat is nu de beste keuze?
Waarvoor je het best kiest, hangt natuurlijk volledig af van jouw situatie en voorkeuren. Als je niet houdt van risico’s, dan laat je jouw geld beter op een spaarboekje staan. Daar staat geld altijd veilig, omdat spaarrekeningen onder de depositogarantie vallen. Dat wil zeggen dat, bij een faillissement van je bank, je binnen twintig werkdagen tot 100.000 euro per klant per bank terugkrijgt. Als dat bedrag bovendien verband houdt met een vastgoedtransactie of de uitbetaling van een verzekering, en het is minder dan zes maanden voor het faillissement op de rekening gestort, dan geldt een tijdelijke bescherming van maximaal 500.000 euro.
Ben je niet bang om een beetje risico te nemen, dan is het wellicht verstandig om te kiezen voor een combinatie van beide. Al je spaargeld investeren in beleggingen is nooit een goed idee: houd steeds een veilige buffer achter de hand. Beleg daarnaast ook enkel geld dat je voor een lange periode kan missen. Stel daarom steeds een budget op voordat je begint met beleggen. Houd daarbij rekening met de volgende zaken:
- Jouw inkomsten: loon, maar ook zaken als kinderbijslag, rente op spaargeld (dat je niet inzet om te beleggen), opbrengsten van huur, enzovoort.
- Vaste maandelijkse uitgaven: hypotheek, gas, water, elektriciteit, internet, voeding, brandstof, enzovoort.
- Vaste jaarlijkse uitgaven: verzekeringen, belastingen, lidgelden, vakanties, enzovoort.
- Geplande eenmalige uitgaven: bijvoorbeeld een nieuwe auto of een jubileum.
- Een reserve: voor schade aan je auto of huis, witgoed, medische kosten, enzovoort.
Denk ook zeker na over wat er zou gebeuren, mocht je bijvoorbeeld jouw baan verliezen. Is dan je buffer groot genoeg om een tijd verder te kunnen? Vraag bij twijfel altijd raad aan een professional.