Na de Nederlandse gaan ook de Britse aandeelhouders van was- en levensmiddelenconcern Unilever akkoord met de geplande verhuizing van het bedrijf naar het Verenigd Koninkrijk. De vertrekbelasting die Nederland tevoorschijn toverde, blijft een heikel punt.

Houders van 99,5 procent van de aandelen schaarden zich achter het plan, weet persagentschap Belga. Op die manier heeft de onderneming een zeer belangrijke stap gezet in de vereenvoudiging van zijn structuur. Het verhuisplan wordt, na de goedkeuring van de aandeelhouders, naar verwachting eind november formeel doorgevoerd.

In juni maakte het bedrijf bekend dat het zijn bijzondere Brits-Nederlandse bedrijfsstructuur wou opgeven en evolueren naar één Britse onderneming. Ooit was het plan om volledig Nederlands te worden, maar dat stuitte telkens op een njet van Britse aandeelhouders, omdat Unilever zijn plek in de beursindex FTSE100 zou verliezen. Omgekeerd speelt dat probleem niet.

11 miljard euro

Alleen zette het bedrijf achter merken als Ben & Jerry’s en Dove daarmee de Nederlandse politiek wat te kijk. Premier Mark Rutte schafte twee jaar geleden een dividendbelasting af om bedrijven zoals Unilever ter wille te zijn en in Nederland te houden. Unilever wil nu komaf maken met die dubbele structuur om bijvoorbeeld sneller overnames te doen.

Om die plannen af te wenden, toverde de Nederlandse partij GroenLinks een ‘vertrekbelasting’ uit haar hoed. Het gaat om een spoedwet die een eenmalige belasting heft op multinationals die hun hoofdzetel verhuizen van Nederland naar een land waar geen dividendbelasting wordt geheven. Dat zou Unilever maar eventjes 11 miljard euro kosten. Aangezien een aantal partijen brood zien in dat plan, is het wetsvoorstel niet kansloos.