De wereldwijde energiesector gaat een cruciaal decennium in. Geraamd kan worden dat er de volgende tien jaar wereldwijd in totaal een bedrag van 3.400 miljard dollar in hernieuwbare energie zal worden geïnvesteerd. Daarbij zal een budget van 2.720 miljard dollar worden gereserveerd voor windenergie en zonnekracht. Dat blijkt uit een rapport van het bureau Frost & Sullivan over de toekomst van de energiesector.
De onderzoekers merken op dat die ontwikkeling zal worden gekenmerkt door een beweging naar decentralisatie en digitalisering, de afbouw van de fossiele bronnen en de opkomst van nieuwe economische modellen.
Versnelling
‘De jaren twintig zullen voor alle partijen in de energiesector een cruciale periode blijken,’ benadrukt Vasanth Krishnan, analist bij Frost & Sullivan. ‘De overstap naar hernieuwbare energie zal de volgende jaren nog versnellen, terwijl het gebruik van steenkool in de meeste ontwikkelde markten verder zal afnemen.’
‘Achter de toenemende populariteit van zonnekracht en windenergie gaan een aantal stimulerende factoren schuil. In eerste plaats kan de sector profiteren van de dalende kosten voor de ontwikkeling en opstart van installaties. Daarnaast hanteren vele regeringen bovendien een beleid dat het gebruik van hernieuwbare energiebronnen – onderdeel van een streven naar een duurzame maatschappij – aanmoedigt.’
‘Hierdoor zullen hernieuwbare bronnen – waterkracht inbegrepen – tegen het einde van dit decennium een aandeel van 54,1 procent in het wereldwijd aanbod van energie hebben uitgebouwd,’ betoogt Krishnan. ‘Zonnekracht en windenergie kunnen daarbij gezamenlijk op een aandeel van 37,9 procent rekenen.’
Ook decentralisatie zal volgens Krishnan dit decennium een cruciale pijler van de energietransitie blijken. In de ontwikkelde markten zal volgens hem bovendien een toenemende vraag naar een grotere flexibiliteit kunnen worden opgemerkt.
‘Al die factoren zullen de systeemoperatoren onder toenemende druk zetten,’ merkt de analist op. ‘Onder meer zullen ze efficiënt moeten proberen om te gaan met de onzekere productie van de hernieuwbare bronnen, een vermindering van de steenkoolaanvoer en een grotere variabiliteit in de vraag. Dat zal leiden tot technologieën en oplossingen zoals de opslag van energie in batterijen, gasmotoren, het sturen van de energievraag en virtuele krachtcentrales.’
Concurrentie
Krishnan voegde er nog aan toe dat de operatoren van conventionele krachtcentrales zullen moeten proberen om de concurrentie met alternatieve krachtbronnen aan te gaan en op langere termijn winstgevend te blijven. Daarbij wijst de analist erop dat digitale oplossingen aan de conventionele sector – onder meer door een streven naar een operationele optimalisering – belangrijke diensten kunnen bewijzen.
Er kunnen volgens Krishnan in de verschillende regio’s tevens een aantal specifieke groeikansen worden opgemerkt. In Europa wordt daarbij vooral gewezen op investeringen in de opslag van energie in batterijen. Vorig jaar kende die sector in Europa 2,91 gigawatt investeringen. Dat bedrag zal tegen het einde van dit decennium tot 70,02 gigawatt per jaar zijn opgelopen.
Ook China zal zich volgens het rapport verder op de opslag van energie richten. In het Midden-Oosten worden daarentegen, onder impuls van Saudi-Arabië, vooral investeringen in zonnekracht verwacht. Daarbij wordt opgemerkt dat ook de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Iran zich op belangrijke investeringen in zonnecentrales voorbereiden.