Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) heeft een strategie klaar om een eventuele tweede golf van de coronacrisis aan te pakken. Vooral de terugkeer van de corona-app, naast het systeem van manueel contactonderzoek, is daarbij opvallend.
Hoewel de coronacrisis pas half maart in alle hevigheid losbarstte, lijkt de corona-app er eentje met een voorgeschiedenis. In den beginne leek zo’n applicatie een goed idee om recente contacten van besmette personen snel te achterhalen. Eind april kwam de federale regering terug op haar standpunt. ‘We hebben gezien dat zo’n app nuttig zou kunnen zijn, maar dat heel weinig mensen zo’n app zouden gebruiken’, zette minister van Digitale Agenda Philippe De Backer (Open Vld) het idee langs de kant.
Het contactonderzoek verhuisde daarop naar de deelstaten, die een systeem met ‘speurders’ op touw zetten. De corona-app kreeg een soort ‘monster van Loch Ness’-status: niemand had het ooit gezien, maar het bleef ter sprake komen. Eind mei dook minister De Backer opnieuw op met de belofte dat de app ‘er binnen enkele weken komt’, geruggensteund door de interfederale werkgroep onder leiding van KU Leuven-professor Bart Preneel. ‘Tegen begin juli kan je live gaan met de tests’, klonk het.
En de saga ging verder. Vorige week duwde Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) de corona-app opnieuw onder water. Het is zeker nog niet voor meteen, want de Vlaamse regering had vragen over de efficiëntie én over de privacy. Klaarblijkelijk zijn die bezorgdheden snel opgelost, want Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) kondigt de app vrijdag nóg maar eens aan. ‘De Vlaamse regering wil een app voor de brede bevolking laten ontwikkelen voor contactopsporing’, staat er te lezen in een persbericht.
Volgens Beke biedt de app belangrijke voordelen inzake snelheid en efficiëntie én moeten we die applicatie als complementair zien aan het manuele contactonderzoek. ‘Een app kan bijvoorbeeld geen contacten detecteren met burgers die de app niet gebruiken en het kan moeilijker zijn voor een app om sommige risico-contacten goed in te schatten’, stelt Beke. De applicatie zal een beroep doen op bluetooth-technologie en zal er één voor het hele land zijn. ‘Er moet een samenwerkingsakkoord komen met een juridisch kader dat voldoende garanties geeft rond privacy.’