Werkgevers gaan er nog altijd vaak vanuit dat de waarde van de werknemers voor de onderneming vanaf hun vijftigste verjaardag begint af te nemen. Dat is de conclusie van een enquête van consulent KPMG bij een groep Britse executives en personeelsverantwoordelijken. Vastgesteld werd dat tweederde van de personeelsverantwoordelijken van mening is dat de waarde van verouderende werknemers vanaf een bepaalde leeftijd begint af te nemen.
Die mening wordt ook door de helft van de executives gedeeld. Er wordt wel opgemerkt dat de executives het keerpunt in de bijdrage van verouderende werknemers op een latere leeftijd inschatten dan de personeelsverantwoordelijken.
“De vijftigste verjaardag blijkt nog altijd een verdoken omslagpunt, waar de waarde van de werknemer in de ogen van het management begint af te nemen,” benadrukt David Knight, specialist arbeidsoptimalisering bij KPMG.
“Meer dan de helft van de personeelsdirecteurs situeert dat omslagpunt op vijftig jaar, terwijl meer dan één op drie van mening is dat de productiviteit vanaf de zestigste verjaardag een terugval kent. Executives tonen een groter vertrouwen in de productiviteit van de oudere werknemers. In die groep ziet immers slechts 41 procent een omslagpunt rond de vijftigste verjaardag, terwijl 46 procent die grens op zestig jaar legt.”
“Er is op de werkvloer nog altijd duidelijk sprake van vooroordelen rond leeftijd,” stipt David Knight aan. “Veel bedrijven moeten nog altijd hun visie op de oudere werknemer aanpassen en dienen blijkbaar nog altijd te leren hoe productief deze groep medewerkers kan zijn. Tenzij deze ondernemingen hun perceptie niet bijsturen, dreigen ze met een toenemend tekort aan cruciale vaardigheden geconfronteerd te worden.”
“Inmiddels telt Groot-Brittannië al meer zestigplussers dan jongeren onder de achttien jaar. Indien men de oudere werknemers opzij blijft schuiven, dreigt men uiteindelijk op een groot tekort aan knowhow te zullen botsen. In werkelijkheid herbergt deze groep een gigantische voorraad aan talent.”
“Er moet dringend aandacht besteed worden aan de problemen van oudere werknemers,” zegt Alastair Clegg, chief executive van het Britse Prince’s Initiative for Mature Enterprise (Prime), die gewag maakt van een tikkende tijdbom. “Mensen leven langer en de pensioengerechtigde leeftijd blijft stijgen.”
“Mensen zullen langer moeten werken, maar toch blijft er nog altijd een grote groep vijftigplussers die geen actieve rol meer heeft in de economie. Dat is niet alleen een zorgwekkende vaststelling voor de toekomstige economische groei, maar negeert ook de materiële en mentale problemen waarmee vele oudere werknemers worden bedreigd.”
De onderzoekers stelden ook vast dat één op vijf bedrijven toegeeft geen efficiënte strategie te hebben om leeftijdsdiscriminatie te bestrijden. Bovendien blijken twee op vijf ondernemingen te verwachten dat de inschakeling van oudere werknemers in de loop van het volgende decennium wettelijk zal worden opgelegd of gestimuleerd.
Caroline Abrahams, directeur sociale projecten bij de organisatie Age UK, noemt het onverantwoord dat werknemers op hun leeftijd worden beoordeeld. Daarbij wordt volgens haar ook voorbij gegaan aan de bewijzen dat oudere werknemers even productief zijn als hun jongere collega’s en door hun ervaring, kennis en vaardigheden een onschatbare meerwaarde betekenen op de werkvloer. (mah)