Zoals verwacht kondigde Frédéric De Gucht afgelopen weekend zijn kandidatuur aan voor het voorzitterschap van Open Vld. De Brusselaar is daarmee meteen de topfavoriet, al doet hij zelf nog niet lang aan politiek. ” Ik wou niet meer die trainer in de tribune blijven, maar wel op de bank van de ploeg zitten”, zegt hij in De Ochtend op Radio 1.
Key takeaways
- Frédéric De Gucht is de eerste officieel kandidaat bij de voorzittersverkiezingen van Open Vld.
- De Brusselaar houdt op de vlakte hoe hij de liberale partij precies wil zien evolueren.
- Wel beklemtoont hij dat de partij zich meer moet laten horen in het parlement.
Open Vld verkeert in grote crisis. De partij kreeg vorig jaar te maken met meerdere verkiezingsnederlagen. De recente peilingen tonen aan dat de bodem nog niet bereikt is. En bovendien is er de dreiging van de ‘Vlaamse MR‘. Eva De Bleeker besloot daarop op te stappen als voorzitter.
Kandidaat-voorzitter
Er komen dus voorzittersverkiezingen bij de Vlaamse liberalen en daarvoor is er nu een eerste officiële kandidaat. Frédéric De Gucht doet namelijk een nieuwe gooi naar het voorzitterschap. Op 17 oktober weten we of hij de opvolger wordt van De Bleeker.
“Ik hoop in het voorbije jaar wel wat leden overtuigd te hebben. Ik ga in de volgende dagen en weken zoveel mogelijk mensen proberen te ontmoeten, want eigenlijk vind ik dat het leukste: 1 op 1 in discussie gaan”, legt De Gucht uit.
Parlement
Bij iedere voorzittersverkiezing bij Open Vld is er de discussie rond licht- of donkerblauw, maar Frédéric De Gucht wil dat zelf niet per se zo benoemen. “We zijn economisch rechts, klassiek liberaal met een helderblauw verhaal, met opnieuw een directe communicatie”, klinkt het.
Terwijl zijn uitleg over de richting die hij uit wil eerder vaag is, zijn andere ideeën van De Gucht concreter. Zo wil hij dat de partij meer aandacht geeft aan het parlement. Daarin moet niet per se altijd tegen de regering gestemd worden. “Ofwel is een idee goed en dan moet je daar voor stemmen, ofwel niet en dan stem je tegen, ofwel is het zo-zo en dan moet je het amenderen. Ik denk dat we het parlement veel meer moeten laten spelen”, legt hij uit.