Ook niet-Europese bedrijven kunnen profiteren van Europese lening van 150 miljard euro voor defensie-uitgaven


Key takeaways

  • Niet-Europese bedrijven kunnen indirect profiteren van het EU-plan voor defensieaankopen (SAFE) ter waarde van 150 miljard euro door onderaannemer te worden van Europese bedrijven.
  • SAFE staat niet-Europese onderaannemers toe om tot 35 procent van de waarde van een contract te vertegenwoordigen, op voorwaarde dat ze contracten hebben gesloten met EU-bedrijven voordat SAFE wordt geïmplementeerd.

Het defensieaankoopplan van de Europese Unie ter waarde van 150 miljard euro, bekend als SAFE, biedt kansen voor niet-EU-bedrijven, hoewel de toegang niet zo eenvoudig is als voor EU-bedrijven. EU-lidstaten, Noorwegen en Oekraïne kunnen rechtstreeks profiteren van SAFE-leningen als het gaat om aankopen waarbij 65 procent van de kosten van het eindproduct afkomstig is van hun grondgebied. Niet-EU-landen moeten bilaterale overeenkomsten met de EU sluiten om toegang te krijgen tot deze fondsen. Het Verenigd Koninkrijk neemt momenteel het voortouw bij het sluiten van een dergelijke overeenkomst.

Onderaannemingen

Voor niet-EU-bedrijven die geen bilaterale overeenkomsten hebben, is de deelname aan het SAFE-programma indirect. EU-lidstaten vragen SAFE-leningen aan en beheren de relaties met leveranciers om aankopen te financieren. SAFE staat toe dat onderaannemers die buiten de EU, Noorwegen en Oekraïne gevestigd zijn tot 35 procent van de waarde van een contract vertegenwoordigen. Dat meldt Euractiv.

Dit betekent dat een EU-land SAFE-leningen zou kunnen gebruiken om bijvoorbeeld luchtraketten te kopen die in de EU of in een derde land met een bilaterale overeenkomst zijn geproduceerd. Deze raketten zouden onderdelen kunnen bevatten die door een Zuid-Koreaanse onderaannemer zijn geproduceerd zonder enige Europese aanwezigheid. Deze niet-Europese onderaannemers moeten echter vóór de uitvoering van het SAFE-programma contracten hebben gesloten met Europese bedrijven. Anders moet de aannemer zich ertoe verbinden om de niet-Europese component binnen twee jaar geleidelijk te verwijderen.

Veel twijfels

Deskundigen waarschuwen dat de aard van deze verbintenis het mogelijk maakt om deze te omzeilen. Bovendien blijft de precieze methode voor het controleren van onderaannemers bij overheidsopdrachten onduidelijk. Lidstaten van de EU zullen bepalen welke “bewijsstukken” nodig zijn om aan te tonen dat de subsidiabiliteitsregels van het SAFE-programma worden nageleefd. Deze bewijsstukken zullen zij aan de uitvoerende macht van de EU verstrekken als onderdeel van operationele overeenkomsten waarin wordt beschreven hoe landen de middelen van het programma gebruiken.

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.