Donald Trump wil in de raad van bestuur van de Amerikaanse Centrale Bank FED mensen plaatsen die zijn politiek steunen. “Hij wil mensen voor wie hijzelf en zijn presidentschap en economische groei belangrijk zijn… want dat is belangrijk voor het land en zijn herverkiezingskansen,” zegt een van zijn naaste medewerkers daarover in de Wall Street Journal.
Het begin van het einde van de onafhankelijkheid van de centrale banken?
Ken Rogoff, een van de meest gerespecteerde economen in de wereld en hoogleraar economie aan de universiteit van Harvard, zei ter gelegenheid van een lezing die hij gaf aan het IMF dat we ‘het begin van het einde van de onafhankelijkheid van de centrale banken’ meemaken. Toch heeft dat volgens hem weinig te maken met Donald Trump, maar met een aantal andere factoren:
- Inflatie is voor niemand nog een zorg, wat de noodzaak om centrale banken onafhankelijk te houden reduceert.
- Centrale bank bestaan om de rentevoeten laag te houden wanneer een crisis lonkt. Dat kunnen ze vandaag nog amper doen omdat de rente al rond het nulpunt schommelt.
- Niet monetaire, maar fiscale maatregelen zullen daarom bij een volgende crisis de eerste verdedigingslijn vormen. Die maatregelen berusten bij de regering, niet bij de centrale bank
- Een toenemende consensus die wil dat de staatsschuld irrelevant is en die geld drukken aanmoedigt. Een theorie die bekend staat onder de naam MMT of Modern Monetary Theory.
Zijn er grenzen aan gratis geld?
Dat de globale economie uit de financiële crisis is gekomen is enkel en alleen te danken aan de centrale banken. Die overspoelen nu al jarenlang de markten met gratis geld. Ze kopen ook de schulden van landen en bedrijven. (De Japanse overheid staat nu in de top 10 van de belangrijkste aandeelhouders van 49,7% van alle beursgenoteerde Japanse bedrijven) op. Dat laat landen als Italië en België toe een enorme schuldenberg op te bouwen zonder onder de afbetalingen te kreunen. Zolang de centrale banken dit blijven doen, stellen zich weinig problemen. Maar de vraag die zich stelt is de volgende: kunnen centrale banken oneindig lang de globale economie blijven overspelen met liquide middelen of zijn er grenzen?
Volgens Christophe Dembik van de Saxo Bank stelt zich geen probleem om geld te blijven drukken zolang het inflatierisico bedwongen blijft. “Vandaag moeten we vaststellen dat de inflatie zich in de financiële activa (aandelen) kanaliseert en niet in de echte economie, waar deflatoire krachten aan het werk zijn, die de inflatie nog lange tijd laag zullen houden.”
“Artificiële geldcreatie is noodzakelijk”
Bruno Colmant van de bank Petercam Degroof vindt deze artificiële geldcreatie zelfs noodzakelijk. Volgens hem zal ze net als in Japan onontbeerlijk blijken om de openbare schulden te financieren, die samen met de veroudering van de bevolking en de lage economische groei enkel zullen toenemen. Tenslotte zal deze geldcreatie worden opgeëist om aan de sociale eisen te voldoen (klimaat, werkloosheid door robotisering, universeel inkomen,…)
Spaarders via subsidies compenseren voor nulrente?
Rogoff stelt voor om negatieve rentevoeten als politiek instrument te gebruiken op voorwaarde dat het geld dat gewone spaarders daardoor verliezen op hun spaarrekening wordt gecompenseerd via een systeem van subsidies. Landen die dat doen zullen blij zijn dat ze dat deden, zegt Rogoff. De centrale banken die dat niet doen dreigen hun onafhankelijkheid volledig te verliezen, waarschuwt de econoom.
“Landen die het doen zullen het zich beklagen”
De onafhankelijkheid van de centrale banken staat bovendien nergens ingeschreven in de grondwet. Vooral landen die hun eigen munt hebben krijgen hier de vrije hand. Met een populistische meerderheid in het parlement is trouwens alles mogelijk.
Maar Rogoff is geen voorstander: “Landen die het doen, de VS inbegrepen, zullen het zich beklagen als ze die weg opgaan”.